SAND-data Sint-Gillis-Bij-Dendermonde (I264p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 08062) |
vertaling: Ze zien makanderen veer de keirk |
037 (x01c) | Toon wast ... (inf. 08062) |
vertaling: Toon wast em opm.: reflexief: hem |
038 (x01d) | De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 08062) |
vertaling: de schrainwerker e gien nougels bij em opm.: reflexief: hem |
039 (x01e) | Fons zag een slang naast ... (inf. 08062) |
vertaling: Fons zag een slang nevest em opm.: reflexief: hem |
040 (x01f) | Erik liet mij voor zich werken (inf. 08062) |
vertaling: Erik liet mij voor em werken opm.: reflexief: hem |
041 (x01g) | Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 08062) |
vertaling: Johanna liet eel meedraaven op de baren opm.: reflexief: haar |
042 (x01h) | Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 08062) |
vertaling: Toon bekeek em eens goed in de spiegel opm.: reflexief: hem |
043 (x01i) | Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 08062) |
vertaling: Jan eit in twie minieten een pint gedronken |
044 (x01j) | Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 08062) |
vertaling: dees schoenen zijn gemakkelijk |
045 (x01k) | Eduard kent zichzelf goed (inf. 08062) |
vertaling: Eduard kent zei zelven goed opm.: reflexief: zichzelf |
046 (x01l) | Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 08062) |
vertaling: Ward e gehoord datter foto's van hem in d' etalage staan opm.: reflexief: hem |
047 (x01m) | Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 08062) |
vertaling: Die patatten schellen nie gemakkelijk |
884 (x01n) | Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 08062) |
vertaling: da glas brekt as 't op de grond valt |
052 (x02a) | Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 08062) |
vertaling: doktoor, leevek ik wel gezond genoeg |
054 (x02b) | Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 08062) |
vertaling: a jouren lang leeft en van d' eirfenis va zijn vouder |
056 (x02c) | Deze week leeft zij op water en brood (inf. 08062) |
vertaling: dees week leef ze op wouter en brood |
058 (x02d) | Leeft het nog? (inf. 08062) |
vertaling: leivet nog |
060 (x02e) | Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 08062) |
vertaling: hoelang leifde geilen na al van die erfenis |
062 (x02f) | In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 08062) |
vertaling: in Bretagne leiven ze veral van de visvangst |
064 (x02g) | Na het eten ga ik slapen (inf. 08062) |
vertaling: nou 't eten gon ek slapen |
065 (x02h) | Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 08062) |
vertaling: zou 'k da wel kunnen doen |
066 (x02i) | Hij liet zijn huis afbreken (inf. 08062) |
vertaling: hij liet zen huis afbreken |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 08062) |
vertaling: ik weet da Jan et moet kunnen weirken komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 08062) |
vertaling: ik weet da Jan et moet kunnen weirken komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 08062) |
vertaling: ik weet da Jan et moet kunnen weirken komt voor: j gebr.: 5 |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 08062) |
komt voor: n |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 08062) |
komt voor: n |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 08062) |
komt voor: n |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 4 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 4 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 2 |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 2 |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 4 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 4 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 2 |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 2 |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 08062) |
komt voor: n |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 08062) |
komt voor: n |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 08062) |
komt voor: n |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 08062) |
komt voor: n |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 08062) |
komt voor: n |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 08062) |
komt voor: n |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 08062) |
komt voor: n |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
115 (x04(vii)d) | Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 08062) |
komt voor: n |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 08062) |
komt voor: n |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 3 |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 08062) |
komt voor: n |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 4 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 4 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 08062) |
komt voor: n |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 4 |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 4 |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 08062) |
komt voor: n |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 08062) |
komt voor: n |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 2 |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 2 |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 08062) |
komt voor: n |
133 (x05a) | Jan heeft geeneen boek meer (inf. 08062) |
vertaling: Jan e genienen boek nemie |
134 (x05b) | Jan en heeft geen boek meer (inf. 08062) |
vertaling: Jan e gienen boek ne mier |
135 (x05c) | Boeken heeft Jan geen (inf. 08062) |
vertaling: Jan e geen boeken |
136 (x05d) | Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 08062) |
vertaling: Jan n e nie veel geld ne mier |
144 (x05e) | Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 08062) |
vertaling: dou mag niemand over da probleem klappen |
140 (x05h) | Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 08062) |
vertaling: zitten ie nieverst geen muizen |
141 (x05i) | Ik geef niets aan een ander niet (inf. 08062) |
vertaling: ik geef niet aan een ander |
142 (x05j) | Niemand wil niet werken niet (inf. 08062) |
vertaling: niemand wilj weirken |
143 (x05k) | Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 08062) |
vertaling: wij wisten nie dat 'n thuis was |
144a (x05l) | Ik wist het niet ook niet (inf. 08062) |
vertaling: ik wist het ook niet |
145 (x05m) | Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 08062) |
vertaling: ij mag me niemans over tees probleem klappen |
155 (x06) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 08062) |
vertaling: Jan wetj dat 'n veer draai ieren de wougen moe gemokt emmen |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 08062) |
komt voor: n |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 08062) |
komt voor: n |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 08062) |
komt voor: n |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 08062) |
komt voor: n |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 08062) |
vertaling: Marie eelen otto es kapot |
165 (x07d) | Piet z'n/se auto is kapot (inf. 08062) |
vertaling: Piet zennen otto es kapot |
167 (x07f) | Die man zijn/se auto is kapot (inf. 08062) |
vertaling: diene man zenen otto is kapot |
168 (x07g) | Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 08062) |
vertaling: dienen otto es nie van mij mo van em |
170 (x07i) | Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 08062) |
vertaling: Jan is 't broerken van Kristien en Karolien |
171 (x07j) | Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 08062) |
vertaling: die jongens eeln velo es gestolen |
178 (x08a) | Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 08062) |
vertaling: ij mag me niemand over da probleem spreken |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 08062) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 08062) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 08062) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 08062) |
fragment: te (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 08062) |
fragment: (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 08062) |
fragment: van te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 08062) |
fragment: van te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 08062) |
fragment: (2) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 08062) |
fragment: voor te (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 08062) |
fragment: als (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 08062) |
fragment: als (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 08062) |
fragment: (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 08062) |
fragment: (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 08062) |
fragment: te (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 08062) |
fragment: van (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 08062) |
fragment: van (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 08062) |
fragment: te (2) |
193 (x09f) | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 08062) |
fragment: als (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 08062) |
fragment: als (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 08062) |
fragment: als (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 08062) |
fragment: als (1) |
197 (x09j) | Is Jan even oud als jij? (inf. 08062) |
fragment: als (1) |
199 (x09k) | Hij staat te zeuren (inf. 08062) |
fragment: te (1) |
201 (x09n) | Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 08062) |
fragment: dat (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 08062) |
fragment: of dat (1) |
204 (x10a) | Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 08062) |
vertaling: 'k weet da goeilen op niemand kout zijt |
206 (x10c) | Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 08062) |
vertaling: Els peist da 't nie gemakkelijk is |
207 (x10d) | Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 08062) |
vertaling: ik weet da 'k te laat ben en gij niet |
208 (x10e) | Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 08062) |
vertaling: ge wetj toch ga gij moet weirken en ik ie |
209 (x10f) | Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 08062) |
vertaling: iedereen peist da waai nor huis gaan en da zaai nog mogen blijven |
210 (x10g) | Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 08062) |
vertaling: 't es spijtig dat 'n ij komt en da zij weggaat |
211 (x10h) | Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 08062) |
vertaling: ik peis da Lisa ziek is |
213 (x10i) | Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 08062) |
vertaling: ik peis da Pieter en Lisa gon troun |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 08062) |
komt voor: j betekenis: ontkennend |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 08062) |
komt voor: j betekenis: ontkennend |
230 (y01(ii)a) | A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 08062) |
komt voor: n |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 08062) |
komt voor: j betekenis: bevestigend |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 08062) |
komt voor: j betekenis: bevestigend |
234 (y01(iii)a) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 08062) |
komt voor: j |
237 (y01(iii)d) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 08062) |
komt voor: j |
238 (y01(iii)e) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 08062) |
komt voor: n |
239 (y01(iii)f) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 08062) |
komt voor: j |
241 (y01(iii)h) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 08062) |
komt voor: j |
242 (y01(iii)i) | A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 08062) |
komt voor: n |
243 (y01(iii)j) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 08062) |
komt voor: n |
244 (y01(iii)k) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 08062) |
komt voor: j |
245 (y01(iv)a) | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 08062) |
komt voor: n |
246 (y01(iv)b) | Doet Marie elke avond dansen? (inf. 08062) |
komt voor: n |
247 (y01(iv)c) | Doe het brood even snijden! (inf. 08062) |
komt voor: n |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 08062) |
fragment: van wie de (1) |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 08062) |
fragment: waarvan zijn (1) |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 08062) |
fragment: waarvan zijn (1) |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 08062) |
fragment: van wie de (1) |
250 (y02b) | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 08062) |
fragment: waar dat (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 08062) |
fragment: dat (2) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 08062) |
fragment: waar (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 08062) |
fragment: waar (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 08062) |
fragment: dat (2) |
252 (y02d) | De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 08062) |
komt voor: n |
253 (y02e) | Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 08062) |
fragment: en dat was (1) |
254 (y02f) | Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 08062) |
fragment: die (1) |
255 (y02g) | In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 08062) |
fragment: waar dak (1) |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 08062) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 08062) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 08062) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 08062) |
fragment: dienen die (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 08062) |
fragment: dienen die (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 08062) |
fragment: wie (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 08062) |
fragment: wie (1) |
260 (y03a) | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 08062) |
vertaling: wie peisde dak in 't stad tegengekomen ben |
261 (y03b) | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 08062) |
vertaling: oe peisde gailen da ze 't opgelost emmen |
265 (y03c) | Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 08062) |
vertaling: oe peisde da ze 't opgelost emmen |
263 (y03d) | Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 08062) |
vertaling: Magda weet nie wie da we willen bellen |
264 (y03e) | Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 08062) |
vertaling: weet iemand wie da me geroepen emmen |
262 (y03f) | Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 08062) |
vertaling: wie peisde da 'k in 't stad tegengekomen ben |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 08062) |
vertaling: Jan e z'n handen gewassen |
268 (y04b) | Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 08062) |
vertaling: Jan e z'n em gewassen |
269 (y04c) | Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 08062) |
vertaling: ij e nen oed op zenne kop |
270 (y04d) | Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 08062) |
vertaling: ij eit en plek op z'n em |
271 (y04e) | Hij heeft zijn been gebroken (inf. 08062) |
vertaling: ij eit z'n bien gebroken |
272 (y04f) | Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 08062) |
vertaling: ij eit em zier gedaan opm.: mannelijk i.p.v. vrouwelijk reflexief: hem |
273 (y04g) | Marie trok de deken naar zich toe (inf. 08062) |
vertaling: Marie trok de souzze nou eel opm.: reflexief: haar |
051 (y04h) | Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 08062) |
vertaling: Luc weet datter foto's van emzelf te koop zijn |
274 (y04i) | Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 08062) |
vertaling: Ge rappeleert aa toch da me tein deur da bos gelopen zijn opm.: reflexief: je |
277 (y04j) | Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 08062) |
vertaling: ik rappeleer mij da den otto van Marie kapot was opm.: reflexief: me |
280 (y04k) | Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 08062) |
vertaling: ze rappeleert eel da den otto van Marie kapot was opm.: reflexief: haar |
283 (y04l) | Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 08062) |
vertaling: wij rappeleren ons da Jan z'n boeken gestolen waren, mou zailen rappeleren 't eelen nie opm.: reflexief: ons reflexief: hun |
286 (y04m) | Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 08062) |
vertaling: rappeleerde 't eilen nog da me Jan op de met gezien emmen opm.: reflexief: je of reflexief: jullie |
289 (y04n) | Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 08062) |
vertaling: ij eit em krom gewerkt opm.: reflexief: hem |
290 (y04o) | Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 08062) |
vertaling: hij voeilde em deer 't ijs zakken opm.: reflexief: hem |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 08062) |
vertaling: zout 'n da kunnen gedaam emmen |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 08062) |
vertaling: zout 'n da kunnen doen emmen |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 08062) |
vertaling: zout 'n da kunnen doen emmen |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 08062) |
vertaling: zout 'n da kunnen gedaam emmen |
877 (y05(i)) | Hij heeft dat nooit gekund (inf. 08062) |
fragment: gekost (1) |
878 (y05(ii)) | Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 08062) |
fragment: gedoun (1) |
296 (y05(iii)a) | Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 08062) |
komt voor: n |
297 (y05(iii)b) | Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 08062) |
komt voor: n |
298 (y05(iii)c) | Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 08062) |
komt voor: n |
299 (y05(iii)d) | Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 08062) |
komt voor: n |
300 (y05(iii)e) | Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 08062) |
komt voor: n |
301 (y05(iii)f) | Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 08062) |
komt voor: n |
302 (y05(iii)g) | Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 08062) |
komt voor: n |
303 (y05(iii)h) | Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 08062) |
komt voor: n |
304 (y05(iii)i) | Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 08062) |
komt voor: n |
305 (y05(iii)j) | Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 08062) |
komt voor: n |
306 (y05(iii)k) | Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 08062) |
komt voor: n |
307 (y05(iii)l) | Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 08062) |
komt voor: n |
310 (y06b) | Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 08062) |
komt voor: n |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 08062) |
vertaling: ik peis dat 'n weg is komt voor: j opm.: DAV |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 08062) |
vertaling: ik peis dat 'n weg is komt voor: j opm.: DAV |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 08062) |
komt voor: n |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 08062) |
vertaling: ik weet dat 'n weg is komt voor: j opm.: DAV |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 08062) |
vertaling: ik weet dat 'n weg is komt voor: j opm.: DAV |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 08062) |
komt voor: n |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 08062) |
komt voor: n |
318 (y06i) | Kaas maken weet ik niets van (inf. 08062) |
komt voor: n |
321 (y06j) | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 08062) |
komt voor: n |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 08062) |
vertaling: ik hem al de drie eerste sommen gemaakt. De weke ej el gij gemaakt komt voor: j |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 08062) |
vertaling: ik hem al de drie eerste sommen gemaakt. De weke ej el gij gemaakt komt voor: j |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 08062) |
komt voor: n |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 08062) |
komt voor: n |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 08062) |
vertaling: de die zou nie durven opeten komt voor: j opm.: subject vergeten |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 08062) |
vertaling: de die zou nie durven opeten komt voor: j opm.: subject vergeten |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 08062) |
vertaling: ik weet da Jan naar de met geweet eet komt voor: j |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 08062) |
vertaling: ik weet da Jan naar de met geweet eet komt voor: j |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 08062) |
komt voor: n |
331 (y07b) | Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 08062) |
komt voor: n |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 08062) |
komt voor: n |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 08062) |
komt voor: n |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 08062) |
komt voor: n |
335 (y07f) | Ga je naar huis denk? (inf. 08062) |
komt voor: n |
337 (y08b) | Vroeger leefde hij als een beest (inf. 08062) |
vertaling: vroeger leifd 'n ij gelijk 'n biest |
338 (y08c) | Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 08062) |
vertaling: dou leifde me geleik god in Frankrijk |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 08062) |
vertaling: niemand mag et zien, dus vin ek da gij 't ook nie moogt zien |
340 (y08e) | Het gebeurde toen je wegging (inf. 08062) |
vertaling: 't gebeurde as ge weggingt |
341 (y08f) | Ik weet waar je geboren bent (inf. 08062) |
vertaling: ik weet wou da ge geboren zijt opm.: waar dat - ja |
342 (y08g) | Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 08062) |
vertaling: na da ge geriet zij moogde weggaan |
343 (y08h) | Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 08062) |
vertaling: me da Marie gestorven was eet eele man Anna nie me kunnen helpen opm.: metdat als voegwoord |
346 (y09) | Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 08062) |
vertaling: 'k weet dat 'n gaan zwemmen is |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 08062) |
komt voor: n |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 08062) |
komt voor: n |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 08062) |
komt voor: n |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 08062) |
komt voor: n |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 08062) |
komt voor: n |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 08062) |
vertaling: jouk komt voor: j |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 08062) |
vertaling: jouk komt voor: j |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. 08062) |
vertaling: jous komt voor: j |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. 08062) |
vertaling: jous komt voor: j |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 08062) |
vertaling: jous |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. 08062) |
vertaling: jout komt voor: j |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. 08062) |
vertaling: jout komt voor: j |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 08062) |
vertaling: wie da komt voor: j |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 08062) |
vertaling: wie da komt voor: j |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 08062) |
komt voor: n |
360 (y11b) | Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 08062) |
komt voor: n |
361 (y11c) | Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 08062) |
komt voor: n |
362 (y11d) | Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 08062) |
komt voor: n |
363 (y11e) | Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 08062) |
komt voor: n |
365 (y11f) | Hem is dood (inf. 08062) |
komt voor: n |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 08062) |
vertaling: is 'n dood komt voor: j |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 08062) |
vertaling: is 'n dood komt voor: j |
366 (y11h) | Haar is ziek (inf. 08062) |
komt voor: n |
367 (y11i) | Is haar ziek? (inf. 08062) |
komt voor: n |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 08062) |
vertaling: met ij te weirken moest ze de gielen dag thuis blijven komt voor: j |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 08062) |
vertaling: met ij te weirken moest ze de gielen dag thuis blijven komt voor: j |
369 (y11k) | Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 08062) |
komt voor: n |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 08062) |
fragment: die (1) |
371 (z01b) | Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 08062) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 08062) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 08062) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 08062) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 08062) |
fragment: die (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 08062) |
fragment: die (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 08062) |
fragment: die (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 08062) |
fragment: da (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 08062) |
fragment: da (2) |
374 (z01e) | De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 08062) |
fragment: waar (1) |
375 (z01f) | De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 08062) |
fragment: wie (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 08062) |
fragment: waar (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 08062) |
fragment: waar (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 08062) |
fragment: - (2) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 08062) |
fragment: - (2) |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 08062) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
379 (z01i) | Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 08062) |
fragment: die (1) |
380 (z01j) | Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 08062) |
fragment: da (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 08062) |
fragment: wie (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 08062) |
fragment: den nienen die (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 08062) |
fragment: den nienen die (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 08062) |
fragment: wie (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 08062) |
fragment: wiens (1) |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 08062) |
vertaling: Piet peist da Jan en Marie op niemand kwaud zijn betekenis: negative concord |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 08062) |
vertaling: Piet peist da Jan en Marie op niemand kwaud zijn betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 08062) |
vertaling: Wim peist da we nooit iemand ne prijs geven betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 08062) |
vertaling: Wim peist da we nooit iemand ne prijs geven betekenis: negative concord |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 08062) |
vertaling: 't is waar da ze nie met Marie mogen spreken betekenis: negatie > modaal |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 08062) |
vertaling: 't is waar da ze nie met Marie mogen spreken betekenis: negatie > modaal |
389 (z03a) | A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 08062) |
vertaling: nieverst |
388 (z03b) | A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 08062) |
vertaling: niemand |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 08062) |
vertaling: nooit |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 08062) |
vertaling: niks |
391 (z03e) | A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 08062) |
vertaling: geen |
392 (z04a) | Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 08062) |
vertaling: zeg hem nie da 'k buiten geweest ben |
393 (z04b) | Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 08062) |
vertaling: nie vertellen da ge ne kado ver hem gekocht ejt, hoordet |
394 (z04c) | Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 08062) |
vertaling: wejte nie dat em gevallen es |
399 (z05a) | Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 08062) |
vertaling: Wendy probeerde van niemand zier te doen |
397 (z05b) | 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 08062) |
vertaling: 't schijnt da ze niks mag eten |
398 (z05c) | Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 08062) |
vertaling: ze schijnt niks te mogen eten |
399a (z05d) | Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 08062) |
vertaling: ze proberen a giel den dag makanderen op te bellen |
400 (z05e) | Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 08062) |
vertaling: 't belooft vedrom ne schonen dag te werren |
401 (z05f) | 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 08062) |
vertaling: 't es misschien beter van nog efkes te wachten |
402 (z05g) | We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 08062) |
vertaling: wij hadn 't geluk van em direct terug te vinnen |
404 (z06a) | Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 08062) |
vertaling: as de kiekens ne valk zien, hemme ze schrik |
405 (z06b) | Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 08062) |
vertaling: as we de patatten nie kinnen verkopen zittemen in de miserie |
406 (z06c) | Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 08062) |
vertaling: as ge 'm nie meepakt weere 'k kwoud |
407 (z06d) | Hij wist he(n)t (inf. 08062) |
vertaling: ij wist et |
408 (z06e) | Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 08062) |
vertaling: op dees fiest wordt er veel gedanst |
409 (z06f) | Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 08062) |
vertaling: na wert er allien nog mo brood verkocht in die winkel |
410 (z06g) | Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 08062) |
vertaling: as en me de velo komt zallen wel lout zijn |
412a (z06h) | Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 08062) |
vertaling: as ge tijd et kom tein neer na |
413a (z06i) | Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 08062) |
vertaling: as ek rijk ben koop ek nen duren otto |
881 (z07(i)) | Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 08062) |
komt voor: j |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 08062) |
vertaling: misschien gon ekik et wel krijgen komt voor: j opm.: DAV |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 08062) |
vertaling: misschien gon ekik et wel krijgen komt voor: j opm.: DAV |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. 08062) |
vertaling: deirfder gaei op dagen komt voor: j |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. 08062) |
vertaling: deirfder gaei op dagen komt voor: j |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 08062) |
vertaling: deirfdem gaei uitnodigen komt voor: j |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 08062) |
vertaling: deirfdem gaei uitnodigen komt voor: j |
420 (z07(ii)d) | Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 08062) |
vertaling: deirfdeze gaei uitnodigen komt voor: j |
420 (z07(ii)d) | Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 08062) |
vertaling: deirfdeze gaei uitnodigen komt voor: j |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. 08062) |
komt voor: n |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 08062) |
komt voor: n |
423 (z07(ii)g) | Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 08062) |
komt voor: n |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. 08062) |
komt voor: n |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 08062) |
vertaling: ze leeft zij op water en brood dees week komt voor: j |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 08062) |
vertaling: ze leeft zij op water en brood dees week komt voor: j |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 08062) |
vertaling: Marie e gezeid da ge geprobeerd ejt e lieken te zingen |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 08062) |
vertaling: marie zegt da ge geprobeerd et e lieken te zingen |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 08062) |
vertaling: Marie e gezeid da ge geprobeerd ejt e lieken te zingen |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 08062) |
vertaling: marie zegt da ge geprobeerd et e lieken te zingen |
549 (z08(v)) | Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 08062) |
vertaling: Marie ee gezeid da ge geprobeerd et eel nen boek te geven |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 08062) |
komt voor: n |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
537 (z08c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 08062) |
komt voor: n |
604a (z08d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 08062) |
komt voor: n |
547 (z08e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 08062) |
komt voor: n |
543 (z08f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 08062) |
komt voor: n |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 08062) |
komt voor: j |
440 (z09a) | Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 08062) |
vertaling: die van de stad, die hemmen hier veel huizen gebaat |
441 (z09b) | Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 08062) |
vertaling: on de nieve vourt, dou zieje giene mens ne mier |
442 (z09c) | Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 08062) |
vertaling: gisteren es Jan ier geweest |
443 (z09d) | De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 08062) |
vertaling: den dag dat Jan belde was ek nie thuis |
444 (z09e) | Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 08062) |
vertaling: Jef, dienen zou 'k nooit uitnodigen |
445 (z09f) | Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 08062) |
vertaling: Marie die zou zo iet nooit doen |
446 (z09g) | Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 08062) |
vertaling: Bert, dienen drinkt wel iens e glas te veel |
447 (z09h) | Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 08062) |
vertaling: Martha die zou 'k wel iensj bij mij thuis willen inviteren |
448 (z09i) | Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 08062) |
vertaling: dad uis, da zou 'k nooit willen kopen |
449 (z09j) | Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 08062) |
vertaling: dad uis, da staat dou al feftig jour |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. 08062) |
komt voor: n |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 08062) |
komt voor: n |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. 08062) |
komt voor: n |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
457 (z10(ii)b) | Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 08062) |
komt voor: n |
458 (z10(ii)c) | Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 08062) |
komt voor: n |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
462 (z10(iii)b) | Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 08062) |
komt voor: n |
464 (z10(iii)c) | Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 08062) |
komt voor: n |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
467 (z10(iv)b) | Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 08062) |
komt voor: n |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
470 (z10(v)b) | Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 08062) |
komt voor: n |
471 (z10(v)c) | Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 08062) |
komt voor: n |
472 (z11a) | En heeft Gunther gebeld? (inf. 08062) |
vertaling: e Gunther gebeltj |
473 (z11b) | En pas op! (inf. 08062) |
vertaling: Pas op |
475 (z11d) | Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 08062) |
vertaling: Marjo e na mier koeien as da ze vroeger at |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 08062) |
vertaling: wou Suzanne kunnen kommen z' at et gedaan |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 08062) |
vertaling: At Susanne kunnen kommen z' at het gedaan |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 08062) |
vertaling: At Susanne kunnen kommen z' at het gedaan |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 08062) |
vertaling: wou Suzanne kunnen kommen z' at et gedaan |
477 (z11f) | Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 08062) |
vertaling: zij is den besten doktoor die 'k ken |
478 (z11g) | Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 08062) |
vertaling: veer da ge iets wegsmijt moeje ne kier bellen |
479 (z11h) | Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 08062) |
vertaling: ier es alles da 'k gekregen em |
480 (z11i) | Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 08062) |
vertaling: Jan es te gierig ver iets on zen kinderen te geven |
481 (z11j) | Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 08062) |
vertaling: precies da gij iets van voetballen wetj |
482 (z11k) | Dat boek leg neer! (inf. 08062) |
vertaling: da boek, legt da neer |
483 (z11l) | Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 08062) |
vertaling: as ge echt nie kunt wachten, tein komde maar |
488 (z12a) | Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 08062) |
vertaling: ik weet da Jan den doktoor at kunnen roepen |
489 (z12b) | Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 08062) |
vertaling: Ik weet da Jan den doktoor kost geroepen emmen |
490 (z12c) | Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 08062) |
vertaling: ij zei da 'k et at moeten doen |
491 (z12d) | Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 08062) |
vertaling: ij zei da 'k et moest gedaan hebben |
492 (z12e) | Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 08062) |
vertaling: ij es vorige week deer doktoor Mertens gopereerd |
493 (z12f) | Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 08062) |
vertaling: ij werd morgen deer doktoor Mertens gopereerd |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 08062) |
vertaling: 3: weg |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 08062) |
vertaling: 1: weg |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 08062) |
vertaling: 2: weg |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 08062) |
vertaling: 1: de gazet |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 08062) |
vertaling: 1: de gazet |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 08062) |
vertaling: 1: de gazet |
509 (z14a) | Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 08062) |
fragment: door (1) |
512 (z15a) | Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 08062) |
komt voor: n |
513 (z15b) | Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 08062) |
komt voor: n |
514 (z15c) | Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 08062) |
komt voor: n |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. 08062) |
komt voor: n |
516 (z16a) | Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 08062) |
vertaling: Robert he ne groenen appel weggeven en naa het 'n nog twie roei |
412 (z16b) | Er waren veel mensen op het feest (inf. 08062) |
vertaling: dou waren veel mensjen op 't fiest |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 08062) |
vertaling: waren d'r veel mensjen op 't fiest |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 08062) |
vertaling: wa e je van boeken gekocht |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 08062) |
vertaling: wa veir boeken e je gekocht |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 08062) |
vertaling: wa veir boeken e je gekocht |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 08062) |
vertaling: wa e je van boeken gekocht |
521 (z16e) | Hij woont bij Marietje (inf. 08062) |
vertaling: ij woont bij Marieken |
522 (z16f) | Hij woont bij Wim (inf. 08062) |
vertaling: ij woont bij Wim |
523 (z16g) | Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 08062) |
vertaling: ga ne kier bij de bakker, Wim |
524 (z16h) | Wie heb je gezien? (inf. 08062) |
vertaling: wie e je gezien |
525 (z16i) | Wie heeft jou gezien? (inf. 08062) |
vertaling: wie e t'r aa gezien |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 08062) |
vertaling: at ek da geweten, 'k at et nie gedaan |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 08062) |
vertaling: 't zou betre zijn nog efkes te wachten |
882 (z16l) | Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 08062) |
vertaling: gelukkig at Jan den doktoor gebeld en dienen was er direct |
883 (z16m) | Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 08062) |
vertaling: trap et af, ambetante gasten |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 08062) |
komt voor: j gebr.: 5 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 08062) |
komt voor: n |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 08062) |
komt voor: n |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 08062) |
komt voor: n |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 08062) |
komt voor: n |
605a (z17f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 08062) |
komt voor: n |
548 (z17g) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 08062) |
komt voor: n |
542 (z17h) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 08062) |
komt voor: n |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | Sint-Gillis-Dendermonde (I264); GUV [meta][k]I264p[/k][i]917[/i][i]918[/i][vw]GUV[/vw][/meta] | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 | t is toch voor genen thesis | let op constituentnegatie | ||
commentaar | uitleg project | |||
informant2 |
da wistek nie da
wist ek |
let op pronomen in uitloop | ||
commentaar | uitleg project | |||
informant1 | maar dat is dan voor me iets te kome vee komen aan te bieden of zo. | let op te-plaatsing | ||
informant1 | ik ben tegenwoordig voorzichtikes want ge krijgt _ ge krijgt e wat aan ou deur he jong. | let op verkleinwoord (en op lidwoord voor 'wat') | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
veldwerker | [v=018] Ze weet nie da Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant1 | [a] Ze weet nie da Marie gisteren gestorven is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en gisteren is gestorven? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en gisteren gestorven heeft? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en ze en weet nie da _ [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
informant2 |
t is gelijk as damet gezegd emme.
da me t |
driedubbel gevulde complementizerpositie | ||
veldwerker | [v] Past op dache nie en valt? [/v] | |||
informant2 |
[a] _ dache nie valt. [/a]
da ge |
tagging | ||
veldwerker | [v=022] Dr wil niemand nie dansen. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Do wil niemand nie dansn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=023] Els wil nie dansen en ze wil nie zingen ook nie. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Els wil nie dansn en ze wil nie zingen ook nie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=025] Niemand eet dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant2 | [a] Niemand eet dat ooi gewild of gekost. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=026] Jan had heel da brood wel willen op eten. [/v] | |||
informant1 | [a] Jan had heel da brood wel willen op eetn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en op eten gewild? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=027] Vertel maar niet wie zij had kunne roepen. [/v] | |||
informant2 | [a] Vertel maar nie _ [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] _ wie dazezij had kunne roepen. [/a]
da ze zij |
tagging | ||
veldwerker | [v=028] Vertel mij ne keer wie dassezij had kunne roepen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Vertel mij ne keer wiezezij za kunne roepen. [/a]
wie ze zij |
wordt even verderop als ongrammaticaal beoordeeld | tagging | |
informant1 |
[a=j] _ wie dassezij zou kunne roepen. [/a]
da ze zij |
tagging | ||
veldwerker | [v] en wie assezij? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=029] wie ofzezij had kunne roepen. [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en wiezezij had kunne roepen. [/v] | |||
informant2 |
[a] wie dassezij [/a]
da ze zij |
tagging | ||
veldwerker | [v=035] Jan herinnert zich da verhaal wel. [/v] | |||
informant1 | [a] Jan zal da em herinnern. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=036] Marie en Piet wijzen naar elkaar. [/v] | |||
informant2 | [a] Marie en Piet wijzn nor _ nor makanderen. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Ze wijzn naar een. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=037] Toon wast zich. [/v] | |||
informant2 | [a] Toon wast em. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=038] Dn timmerman ee geen nagels bij zich. [/v] | |||
informant2 | [a] Dn timmerman ee geen nagelen bij em. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] E ee geen nagelen bij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=039] Fons zag een slang naast zich. [/v] | |||
informant2 | [a] Fons zag een slang nevest em. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=040] Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant1 | [a] Erik liet mij voor _ voor em werken. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=041] Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant2 | [a] Johanna liet el _ liet el mee drijven op de golven. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant1 | [a] Toon bekeek emzelf in de spiegel. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] E bekeek zeneigen in de spiegel. [/a]
zen eigen |
tagging | ||
informant2 | [a] E bekeek em in de spiegel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=045] Eduard ken zichzelf goe. [/v] | |||
informant2 |
[a] Eduard ken _ ken zeneige _ ken zeneige geheel goed. [/a]
zen eige |
tagging | ||
veldwerker | [v=046] Ward ee gehoord datr foto's van zichzelf in d etalage staan. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ward ee gehoord datr foto's van em in d etalage staan. [/a]
dat dr |
tagging | ||
veldwerker | [v] en van emzelf? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=048] De sneeuw smelt zich in de zon. [/v] | |||
informant1 | [a] De sneeuw smelt in de zonne. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=003] Ik denk dat Marie heeft proberen van em nen brief te schrijven. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] proberen da gaatta nie ze. [/a]
gaat da |
lijkt subjectverdubbeling, maar onduidelijk wat precies na werkwoord komt (dat, hij, of eventueel iets helemaal anders) | ||
informant2 | [a] IJ ee geprobeerd nen brief te schrijven. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=004] Vroeger kweektekege tomaten. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Vroeger kweektemen tomatn. [/a]
kweekte men |
tagging | ||
veldwerker | [v=004] maar als t alleen van ik is? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Vroeger kweekteken tomatn. [/a]
kweekte ken |
tagging | ||
veldwerker | [v=053] Azek profijtig leef dan levik zoals mijn ouders da willen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Azek profijtig leef is da gelijk as mijn ouders da doen. [/a]
as ek |
tagging | ||
informant2 |
[a] Azekik da niet doen dan zalt niemand nie doen. [/a]
as ek ik zal t |
tagging | ||
informant1 |
[a] Levekik wel gezond. [/a]
leef ek ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] en anek [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft dan leeftij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant2 |
[a] Asn nog drie jaar leeft leeftn langer as zij vader. [/a]
as n leeft n |
tagging | ||
informant1 |
[a] Azij da nie gaat doen. [/a]
as ij |
|||
informant1 |
[a] Asnij da niet doet. [/a]
as n ij |
|||
veldwerker | [v] en atn? [/v] | |||
informant2 |
[a] Hadtn da nu ne keer gedaan he. [/a]
hadt n |
verbale vorm, geen voegwoord | ||
veldwerker | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft dan leefze nie lang nie meer. [/v] | |||
informant2 |
[a] Assij zo gevaarlijk leeft dan zaze nie lang nie meer leve. [/a]
as zij za ze |
tagging | ||
informant2 |
[a] of assezij [/a]
a ze zij |
tagging | ||
informant2 |
[a] Leefse nog? [/a]
leef ze |
tagging | ||
informant1 |
[a] Leeftie nog? [/a]
leeft die |
let op gebruik 'die' | tagging | |
veldwerker | [v=059] Ast nu nog leeft dan levet morgen ook nog. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ast nu nog leeft dan levet morgen ook nog. [/a]
as t leef et |
tagging | ||
veldwerker | [v] en ant nu nog leeft? [/v] | |||
informant1 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=061] Als jullie zo gevaarlijk leven dan leven jullie nooit zo lang azzekik. [/v] | |||
informant2 |
[a] Asgaailen _ [/a]
as gaailen |
tagging | ||
informant2 | [a] _ zo gevaarlijk leeft dan _ [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] _ dan leefdegelle morgen _ [/a]
leef de gelle |
tagging | ||
informant1 |
[a] Asgegaaile zo leeft _ [/a]
as ge gaaile |
tagging | ||
informant2 |
[a] _ dan zuldegijln nooit zo lang nie leevn azzekikke. [/a]
zul de gijln as ek ikke |
tagging | ||
veldwerker | [v] en addegijln? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en dan leef gijln? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=063] Als ze voor ulder werk leven dan leven ze nie voor ulder kinderen. [/v] | |||
informant2 |
[a] Asse vee ulle werk leevn dan leveze nie vee ulle kinderen. [/a]
a ze leve ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] en anze vur ulle werk leven? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
informant2 |
[a] Assezijln _ [/a]
a ze zijln |
|||
informant2 |
[a] Azijln? Ja. [/a]
a zijln |
mogelijkheid wordt toch als minder goed ervaren. Nochtans tal van voorbeelden in spontaan materiaal van zinnen met vol pronomen zonder subjectverdubbeling | ||
veldwerker | [v=067] As Rudy nog leeft dan leef Leo ook nog. [/v] | |||
informant2 | [a] As Rudy nog leeft dan leeft _ dn anderen ook nog he. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=068] Asge gezond leeft dan leefde langer. [/v] | |||
informant1 |
[a] Asge gezond leeft dan leefde langer. [/a]
as ge leef de |
tagging | ||
informant1 |
[a] Asgegij gezond leeft dan leefdegij langer kind. [/a]
as ge gij leef de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=069] Asser zo weinig mensen van den boerenstiel leven dan leven dr veel van de fabriek. [/v] | |||
informant2 |
[a] Astr zo weinig mensen van dn boerenstiel leven dan levendr veel van de fabriek. [/a]
as tr leven dr |
tagging | ||
veldwerker | [v=070] As Bart en Liesken in den hemel leven dan leven Marie en Frans in d hel. [/v] | |||
informant1 | [a] As Bart en Liesken in dn hemel leven dan leven d ander in d helle. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=071] As we sober leven dan levewe gelukkig. [/v] | |||
informant1 |
[a] Amme profijtig leevn leveme langer. [/a]
a me leve me |
tagging | ||
informant1 |
[a] Asme profijtig leve ja dan komemen dr. [/a]
as me kome men |
tagging | ||
informant2 |
[a] Asmewijle profijtig leven _ [/a]
as me wijle |
tagging | ||
veldwerker | [v] aswijle profijtig leven? [/v] | |||
informant2 |
[a] wijle zeggen altijd asmewijlen he. [/a]
as me wijlen |
mogelijkheid wordt als minder goed ervaren. Nochtans tal van voorbeelden in spontaan materiaal van zinnen met vol pronomen zonder subjectverdubbeling | ||
informant2 |
[a] Asmen alleen leven _ [/a]
as men |
|||
informant1 |
[a] of ammen alleen leven. [/a]
a men |
|||
veldwerker | [v=072] Jan leef ne keer wa gezonder. [/v] | |||
informant1 | [a] Jan leef ne keer e wa gezonder jong. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=073] Kinders leef ne keer wa gezonder. [/v] | |||
informant2 | [a] Kinderen leef ne keer wa gezonder. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=065] Zouk da nog wel kunnen doen? [/v] | |||
informant2 |
[a] Zouk da nog wel kunn doen? [/a]
zou k |
tagging | ||
veldwerker | [v] en zounek? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=075] K vin dat iedereen moet kunne zwemmen. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] K vin daz allemaal moete kunne zwemmen. [/a]
da z |
tagging | ||
veldwerker | [v=077] K vin dat iedereen moet zwemme kunnen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=080] K vin dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=082] K vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=084] K vin dat iedereen zwemme moe kunnen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=872] K weet datij weerom zal moete komen. [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] K weet datij zal weerom moete komen? [/v] | |||
informant1 |
[a] Ja ik weet datn zal weerom kome zunne. [/a]
dat n |
|||
informant2 | [a] _ zal moete weerom komen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en zal weerom moete komen? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] [/n] | |||
veldwerker | [v=086] K weet dat Eddy morgen wilt brood eten. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Ik weet dat Eddy wilt brood _ morgen wilt brood eetn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=087] Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Eddy moet vroeg kunnen op staan. [/a] | |||
veldwerker | [v=088] K weet da Jan moet een nieuwe schuur bouwen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee [/a] | |||
informant2 | [a] Ik weet da Jan een nieuwe schure moet bouwen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=093] K vin da Marie moet naar Jef bellen. [/v] | |||
informant1 | [a] Ik vin da Marie nor Jef moe beln. [/a] | |||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant1 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=102] K weet da Jan moet misschien vertrekken. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Oe nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=107] K weet dat Hans mag nie komen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ik weet da dat Hans nie mag komen. [/a] | let op verdubbeling object. | ||
veldwerker | [v=114] K weet da Jan wilt varkens kopen. [/v] | |||
informant2 | [a=j] K weet da Jan wil varkens kopen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=130] K zei da Willy moest den auto verkopen. [/v] | |||
informant1 | [a] Ik zei da Willy dieën auto moest verkopen. [/a] | |||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant1 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=132] K peis da Marie zal moeten em roepen. [/v] | |||
informant2 | [a] K peis da Marie em zal moete roepen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=136] Jan en ee nie veel geld nie meer. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Jan ee nie veel geld nie meer. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en ee nie veel geen geld nie meer? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=137] IJ wil geen soep ine meer eten nie. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ wil geen soep nie meer eetn. [/a] | |||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant2 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=140] Zitten ier nieveranst geen muizen? [/v] | |||
informant1 | [a=j] Zitn ie nieverans geen muizn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=146] IJ spreek nie goe geen Frans. [/v] | |||
informant2 | [a=n] IJ spreek nie goe Frans. [/a] | |||
informant2 |
[a] Zo goe kanek geen Frans spreken he. [/a]
kan ek |
|||
veldwerker | [v] ja maar ik kan zo goed geen Frans spreken? [/v] | |||
informant2 | [a] Ik kan nie zo goed Frans spreken. [/a] | |||
veldwerker | [v=148] Iedereen is gene stielman. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Iedereen is gene stielman. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=149] IJ eet overal geen vrienden. [/v] | |||
informant1 | [a=j] E eet overal geen vriendn. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a] E etr overal geen. [/a]
et dr |
|||
commentaar | plots bedenken informanten zich; informant één gebruikt echter een soortgelijke constructie als voor haar wel grammaticaal alternatief, dus waarschijnlijk is de constructie wel mogelijk. | |||
veldwerker | [v=150] IJ weet van die zaak nie. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ weet alles nie van die zaak. [/a] | |||
veldwerker | [v] en ij weet van die zaak alles nie? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=154] Boeken heeft Jan drie. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Jan ee drie boeken. [/a] | |||
veldwerker | [v=156] Jan weet datij voor drie uren de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=157] Jan weet datij voor drie uren de wagen moet gemaakt emmen. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Jan weet datn veur drie uren dieë wagen moet gemaakt emmen. [/a]
dat n |
tagging | ||
veldwerker | [v=160] Jan weet datn voor drie uren de wagen gemaakt moet emmen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=161] Jan weet datn voor drie uren de wagen gemaakt emme moet. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=188] Edde genoeg mensen om t hooi van t land t halen? [/v] | |||
informant2 |
[a] Edde genoeg mensen _ mensen _ vu dat hooi van t land t halen. [/a]
e de |
tagging | ||
informant1 | [a] _ om dat hooi van t land t halen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=189] T was schoon van Jan om te komen helpen. [/v] | |||
informant1 | [a] T was schoon van Jan om te komen helpen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en voor te komen helpen? [/v] | |||
informant1 | [a] Nee [/a] | |||
informant2 |
[a] van te komen helpe zegek. [/a]
zeg ek |
tagging | ||
informant2 | [a] van komen t helpe ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=190] Die ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant2 | [a] Die tonne is zwaar vee te dragen ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en nie zwaar om te dragen? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en zwaar voor dragen? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] of zwaar om dragen? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=192] W hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant2 | [a] Wijln hopen allemaal _ [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ veu op tijd thuis te zijn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en zoudet met van kunne zeggen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Da zegge we nie. [/a] | |||
veldwerker | [v] om op tijd thuis _ [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
informant2 | [a] Wijl hoopn op tijd thuis te zijn. [/a] | |||
veldwerker | [v=193] Da s zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
informant2 | [a] Da s zo zeker as dat één en één twee is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=198] IJ kan staan zagen. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ kan staa zage zenne. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=199] IJ staat te zagen. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ staat do te zagen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=200] Toen we aan kwamen regendet. [/v] | |||
informant2 |
[a] Asmen aan kwamen dan regendnt. [/a]
as men regendn t |
epenthetische nasaal of flectie-n? | tagging | |
veldwerker | [v=215] K geloof dak groter ben dan hij. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ik geloof dak groter ben asem. [/a]
da k as em |
tagging | ||
informant2 |
[a] of asnij. [/a]
as n ij |
|||
veldwerker | [v] en dus nie k zijn groter? [/v] | |||
informant1 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft da gij vroeger thuis zijt danekik. [/a] | |||
informant2 |
[a] Ze gelooft daegij vroeger thuis zijt azzekik. [/a]
da e gij as ek ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] en as mij? [/v] | |||
informant2 |
[a] azzekik. [/a]
as ek ik |
|||
veldwerker | [v] en as ik? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=217] Ge geloof zeker nie datij sterker is as gij. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ge geloof zeker nie datn sterker is azzekik. [/a]
dat n azz ek ik |
fout pronomen na comparatief | tagging | |
informant2 |
[a] Nee. Asgegij. [/a]
as ge gij |
|||
veldwerker | [v] en as u? [/v] | |||
informant2 | [a] ja ja ja. As ou. [/a] | |||
veldwerker | [v] en as gij? [/v] | |||
informant1 | [a] Sterker as gij. [/a] | |||
veldwerker | [v=218] Ze geloven da wij rijker zijn dan zulder. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ze geloven damewijln rijker zijn assezijln. [/v]
da me wijln as ze zijln |
tagging | ||
veldwerker | [v] en as ulder? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en as zijln. [/v] | |||
informant1 | [a] Ze zij rijker as zijln. [/a] | 'assezijln' wordt wel als beter ervaren | ||
veldwerker | [v=219] We geloven da gullie nie zo slim zijt as wullie. [/v] | |||
informant2 |
[a] Wij geloven dazezijln nie zo slim zijn as _ [/a]
da ze zijln |
fout subject in bijzin | tagging | |
informant1 |
[a] Asmewijln. [/a]
as me wijln |
tagging | ||
informant2 |
[a] dachegijln. [/a]
da ge gijln |
tagging | ||
veldwerker | [v] en as ons? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
informant2 | [a] Ze zijn nie zo slim as wijln. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en me geloveme? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=220] Gijle geloof zeker nie da zij armer zijn dan gulle. [/v] | |||
informant2 |
[a] Gij geloof zeker nie daz armer zijn asmewijln. [/a]
da z as me wijln |
fout pronomen na comparatief | tagging | |
informant1 |
[a] of asgegijln. [/a]
as ge gijln |
tagging | ||
informant1 |
[a] asgijln. Da wor ne keer gezegd maar automatisch kom gegijln dr uit. [/a]
as gijln ge gijln |
|||
veldwerker | [v] en as ulder? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=221] U gelooft da Lisa even schoon is as Anna. [/v] | |||
informant2 | [a] Gij gelooft da Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=222] IJ gelooft da Bart en Peter sterker zijn dan Geert en Jan. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ gelooft da Bart en Peter sterker zijn as _ [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ as Geert en Jan. [/a] | tagging | ||
informant2 | ik had gevraagd van te komen | |||
veldwerker | [v=232] IJ zal nie komen. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Toetoet. [/a]
t oet t oet |
tagging | ||
informant1 | [a] IJ zal wel kome zn. [/a] | |||
veldwerker | [v=231] En ij doet of jaj ij doet? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=244] IJ slaapt al zeker? [/v] | |||
veldwerker |
[v] toetoet ij loop nog rond. [/v]
t oet t oet |
|||
informant2 | [a=n] Nee. Da niede. [/a] | |||
veldwerker | [v=226] En tendoet ij loop nog rond? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant1 |
[a] da s wel een plaats waar asse da zeggen. [/a]
a ze |
let op gebruik 'a' als tweede complementizer, en op 'dat' (?) als expletief | ||
veldwerker | [v=244] Slaapt ij? [/v] | |||
veldwerker | [v] toetoet? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=248] Ik doe wel even die tassen af wassen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant1 | [a] K zal al gauw ne keer die tassen af wassen. [/a] | |||
informant1 | want ge moet dat azo kunne rap zeggen he | clusterdoorbreking met bijwoord | ||
veldwerker | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant2 |
[a] Wiens? da zeggeme nie he. [/a]
zegge me |
|||
veldwerker | [v] en de jongen die zijn moeder hertrouwd is. [/v] | |||
informant2 | [a] Nee dat is azo iets _ [/a] | |||
veldwerker | [v] en de jongen da zijn moeder _ [/v] | |||
informant2 | [a] Nee. Ook niede. [/a] | |||
informant2 | [a] die jongen waar van dat de moeder hertrouwd is stond achter mij [/a] | |||
veldwerker | [v] en de jongen van wie dat de moeder hertrouwd is? [/v] | tagging | ||
informant2 |
[a] Ja da zoumen ook kunne zeggen. [/a]
zou men |
|||
veldwerker | [v=250] De bank waar ze op zaten was juist geverfd. [/v] | |||
informant2 |
[a] De bank waar das op zaten was juist geverfd. [/a]
da z |
tagging | ||
informant2 |
[a] De bank waar op dasse zatn was maar juist geverfd. [/a]
da ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=253] Marie was ginder ook wat da heel plezierig was. [/v] | |||
informant2 | [a] Marie was ginder ook en da was geheel plezierig. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] nie wat da? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=255] In t dorp waar ik woon staat een oud kersken. [/v] | |||
informant1 |
[a] In t dorp waar ak woon stond een ou kerk. [/a]
a k |
tagging | ||
veldwerker | [v=256] Op dn dag daw aan kwamen regende het. [/v] | |||
informant2 |
[a] Dn dag dammen aan kwamen dan regendnt. [/a]
da men regendn t |
tagging | ||
veldwerker | [v=257] Da s iets die wreed schoon is. [/v] | |||
informant2 | [a] Dat is iets da wreed schoon is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=259] Wie geld eet moet mij maar wa geven. [/v] | |||
informant1 | [a] Wie geld eet moet mij maar e wa geevn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en die geld eet? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee. Wie da geld ee. [/a] | |||
veldwerker | [v=260] Wa peisde wie dak in t stad gezien heb. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Wa peisdegij nu wie ak in t stad gezien em. [/a]
peis de gij a k |
tagging | ||
veldwerker | [v=262] Wie peisdegij wie dak in t stad gezien heb. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Wie peisdegij nu wie ak in t stad gezien heb. [/a]
peis de gij a k |
tagging | ||
veldwerker | [v=266] Wie peisdegij diek in t stad gezien heb. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant2 |
[a] Wie peisdegij dakik in t stad _ dakik in t stad gezien em. [/a]
peis de gij da k ik da k ik |
|||
veldwerker | [v=261] Wa peisdegulder oe dasset op gelost en. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Wa peisdegijln oe dache dat op gelost et. [/a]
peis de gijln da ge |
tagging | ||
veldwerker | [v=265] Oe peisdegijln oe dasse dat op gelost en. [/v] | |||
informant2 |
[a] Oe peisdegijln dasse dat op gelost _ [/a]
peis de gijln da ze |
|||
informant1 |
[a=j] Oe peisdegij nu oe dasse dat op gelost emmen. [/a]
peis de gij da ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant1 | [a] Marie trok t deksel naar eel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=296] Zoutij da gedaan hebbe gekund. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=297] Zoutij da gedaan gekund hebben. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant1 |
[a] Zounij da kunne gedaan emmen. [/a]
zou n ij |
|||
veldwerker | [v] enn zoutnij? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=502] Marie zit patatten en schillen. [/v] | |||
informant1 | [a=n] _ zit patatten te schiln. [/a] | |||
veldwerker | [v=309] Ik heb geen goesting en voeren de koeien. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Hoe? [/a] | |||
informant1 | [a] K em geen goesting om de koeien te _ om de koeien te voederen. [/a] | |||
veldwerker | [v=317] Marie al haar koeien zijn verdronken bij d overstroming. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant2 | [a] Marie el koeien zijn allemaal verdronken. [/a] | |||
veldwerker | [v=319] Dit denkek nie aan. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Do peizek nie op. [/a]
peis ek |
|||
veldwerker | [v=321] Die rare gast ek mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Met die rare gast emmek no de markt geweest. [/a]
em ek |
|||
veldwerker | [v=322] K em al d eerste drie sommen gemaakt. De welkste eddegij gemaakt? [/v] | |||
informant2 | [a] K em al d eerste drie somme gemaakt _ [/a] | |||
informant2 |
[a] _ welken eddegij al gemaakt. [/a]
e de gij |
|||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant2 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=323] De waffere eddegij al weg gedaan? [/v] | |||
informant1 |
[a] Waffeern ejegij al weg gedaan? [/a]
e je gij |
|||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant2 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=324] De zulken zouk nie durven op eten. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Zikken zouk nie durven op eetn. [/a]
zou k |
|||
veldwerker | [v=325] De die zouk nie durven op eten. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] De die zouk nie durven op eten. [/a]
zou k |
tagging | ||
veldwerker | [v=327] Gaan helpt hem eens. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Gaan helpt em ne keer. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Komen helpt ne keer. [/v] | |||
informant2 | [a] Kom ne keer helpen. [/a] | |||
veldwerker | [v=329] K geloof die jongen vinnez allemaal wel nen braven. [/v] | |||
informant2 |
[a] K geloof dasse dieë jongen allemaal braaf vinn. [/a]
da ze |
|||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant2 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=350] K weet datn gaan zwemmen is. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] K weet datn gaan zwemmen is. [/a]
dat n |
tagging | ||
veldwerker | [v=347] K weet datn is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant2 |
[a] K weet datn weeste zwemmen eet. [/a]
dat n |
|||
veldwerker | [v=353] Wilde nog wa koffie. [/v] | |||
informant1 | [a=j] jaak. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=354] Gase gaan dansen? [/v] | |||
informant1 | [a] Ja [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant2 | [a=n] [/a] | |||
informant2 | [a] ah maar nee neet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=355] Enz al gegeten? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Ja [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=356] Staat da huis te koop? [/v] | |||
informant1 | [a] Ja [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en jaat? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | vorm 'neet' bestaat wel, maar is eerder emfatische vorm van 'neen' dan vorm voor alleen derde persoon onzijdig. | ||
informant2 | [a=j] Maar nee neet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=357] Dr kom morgen iemand langs. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ja wie da? [/a] | |||
informant2 | [a=j] Wie dadde. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=358] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten heeft maar k weet nie wie dadde. [/v] | |||
informant2 | [a=n] maar k weet nie wie. [/a] | |||
veldwerker | [v=359] Me zo e weer ge kun nie veel doen. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Me zo e weer kunde nie veel doen. [/a]
kun de |
|||
veldwerker | [v=363] Gij ga naar de voetbal kijken met ik. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Gij ga naar de voetbal kijke me mij. [/a] | |||
veldwerker | [v=364] Istn dood? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Isn dood? [/a]
is n |
tagging | ||
veldwerker | [v] isnem dood? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en en is dood? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
informant1 | [a] IJ s dood he. [/a] | |||
veldwerker | [v=368] Me hij te gaan werken moest ze zij geheel den dag thuis blijven. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Me hij te gaan werken moestzezij ne gehelen dag thuis blijven. [/a]
moest ze zij |
tagging | ||
veldwerker | [v=369] Me het te sneeuwen kostewe de stad nie uit. [/v] | |||
informant1 |
[a] Met de sneeuw kosteme de stad nie uit he. [/a]
koste me |
|||
informant2 |
[a] _ kosteme nie uit de stad. [/a]
koste me |
|||
veldwerker | [v=370] Da s de man dieze geroepen hebben. [/v] | |||
informant2 |
[a] Da s de man dieze geroepen emmen. [/a]
die ze |
ook 'dien dasse' is mogelijk; zie nagesprek | tagging | |
veldwerker | [v] en dasse geroepen emmen? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=371] Da s de man die t verhaal verteld ee. [/v] | |||
informant2 |
[a] Da s de man diet verhaal gezegd eet. [/a]
die t |
tagging | ||
veldwerker | [v] en da s de man da t verhaal _ [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] of de man die a t verhaal verteld ee? [/v] | |||
informant1 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=370] Da s de man die asse geroepen en. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ dieë dasse geroepen emmen. [/a]
da ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] de man dieën dasse _ ? [/v] | tagging | ||
informant2 | [a] ja [/a] [/n] | tagging | ||
veldwerker | [v=372] Da s de man diek peis dat da verhaal verteld ee. [/v] | |||
informant2 |
[a] Da s de man diek peis _ [/a]
die k |
tagging | ||
informant1 |
[a] _ dak peis dat verhaal verteld eet. [/a]
da k da t |
tagging | ||
veldwerker | [v] dus nie de man diek peis? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en ook nie de man dak peis diet verhaal verteld _ [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
informant1 |
[a] Da s nou dieë man dak peis dat da verhaal verteld ee. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=373] Da s de man diek peis dasse geroepen en. [/v] | |||
informant2 |
[a] Da s de man dak peis dasse geroepen emmen. [/a]
da k da ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=380] Da s t huis dak gekocht heb. [/v] | |||
informant2 |
[a] Da s t huis dak gekocht em. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=387] Wanneer gaatr ooit vrede zijn in geheel de wereld. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Nooit nie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=388] Wie isser hier jenever aan t drinken? [/v] | |||
informant2 | [a=j] Niemand nie zeker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=389] Waar groeitr geld aan de bomen. [/v] | |||
informant2 | [a] Ah nieveranst. [/a] | |||
informant1 | [a=j] Nieveranst nie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=390] Wa isser rond en vierkant tegelijk. [/v] | |||
informant2 | [a] Niks. [/a] | |||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant1 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=391] Hoeveel kinderen zitten dr ier rond de tafel? [/v] | |||
informant2 | [a] Geeneen. [/a] | |||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant2 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=393] Nie vertellen dache ne cadeau gekocht et voor em zn. [/v] | |||
informant1 |
[a] Nie vertelle zunne dache ne cadeau veu em gekocht et. [/a]
da ge |
tagging | ||
veldwerker | [v=395] Geloofde nie datij gevallen eet? [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Geloofdegij nu nie datn gevaln eet. [/a]
geloof de gij dat n |
tagging | ||
veldwerker | [v=397] T schijnt dasse niets mag eten. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ja t schijnt dasse niks mag eten. [/a]
da ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] en da schijnt dasse niks mag eten? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=398] Ze schijnt niets te mogen eten. [/v] | |||
informant1 | [a] Nee [/a] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=399] Wendy probeerde om niemand zeer te doen. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Wendy probeerdn om niemand nie zeer te doen. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a=j] Ze probeerde vee _ vee niemand nie zeer te doen. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a=j] Ze probeerde van niemand nie zeer te doen. [/a] | informanten rapporteren nuanceverschil; bij van-gebruik zou er (vreemd genoeg) verplicht nog een zin moeten volgen | tagging | |
informant2 | [a=j] Wendy probeerdn niemnd nie zeer te doen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=400] T beloof weer ne schonen dag te worden. [/v] | |||
informant2 | [a=j] T beloof weeral ne schoonn dag te worren. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en van ne schonen dag te worren? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] t beloof weer om ne schonen _ [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] voor ne schonen dag te worren? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=401] T is misschien beter om nog een beetjen te wachten. [/v] | |||
informant1 | [a=j] T is misschien beter om nog e wa te wachten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] van nog e wa te wachten? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
informant1 |
[a] Ik zeget nie maar dat zou misschien datr da misschien _ [/a]
zeg et dat dr |
|||
veldwerker | [v] en voor nog e wa te wachten? [/v] | |||
informant2 | [a=j] T is misschien beter vee nog e wa te wachten. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=j] T is misschien beter nog een beeken te wachten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=402] W hadden t geluk van em direct terug te vinnen. [/v] | |||
informant1 | [a=j] W adn t geluk van em direct terug te vinn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en om em direct terug te vinn? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] vur em direct terug te vinn? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en w adn t geluk em direct terug te vinn? [/v] | |||
informant2 | [a] met van. [/a] | |||
veldwerker | [v=403] T lijkt wel of er iemand in den hof staat. [/v] | |||
informant2 |
[a] T is precies datr iemand in den hof staat. [/a]
dat dr |
tagging | ||
veldwerker | [v] en precies of datr _ [/v] | |||
informant1 |
[a] Nee da zeggeme nie. [/a]
zegge me |
|||
veldwerker | [v=417] Misschien gatekik wel krijgen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Misschien ganekiket wel krijgen. [/a]
gaan ek ik et |
tagging | ||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant2 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=418] Durfdergij op duwen? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Durfdergij op duwen. [/a]
durf de er gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=419] Durfdemgij uitnodigen. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Durfdegij em uit nodigen. [/a]
durf de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=420] Durfdezegij uit nodigen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Durfdegijln eele vragen? [/a]
durf de gijln |
tagging | ||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant2 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=421] Istij Pol ier geweest. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant2 | [a] Is Pol ier geweest. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=422] Oe eetij Pol dat op gelost. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Oe ee Pol dat op gelost. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=423] Eddemegij dienen brief opgestuurd. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Eddegij mij dien brief gestuurd. [/a]
e de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=424] Ik hebemet gegeven. [/v] | |||
informant2 |
[a] K emetem gegeven. [/a]
em et em |
tagging | ||
veldwerker | [v] [/v] | |||
informant1 | [a=n] [/a] | |||
veldwerker | [v=425] Ze leef zij op water en brood. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ik emekik do niks mee te maken. [/a]
em ek ik |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] Z eezij do niks mee te maken. [/a]
ee zij |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] Z eezezij do niks mee te maken he. [/a]
ee ze zij |
tagging | ||
veldwerker | [v=426] Marie eezezij do niets mee te maken. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant2 | [a] Ja maar Marie eet do niks mee te make. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=427] W en wij daar niets mee te maken. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] W emmewijln do niks mee te maken. [/a]
emme wijln |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] Wij gamewijln da wel op lossen. [/a]
ga me wijln |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] We _ me gamewijln _ [/a]
ga me wijln |
let ook op initieel me; eerder in het interview ontkend | tagging | |
informant2 |
[a=j] Wijle gamen _ [/a]
ga men |
klinkt aarzelend en het oordeel van informant één lijkt eerder negatief. Daartegenover staan een paar spontane attestaties verderop. Het antwoord lijkt me dus wel degelijk betrouwbaar. | tagging | |
veldwerker | [v=429] IJ eetij dr niets mee te maken. [/v] | |||
informant2 | [a] Zij ee zij do niks mee te maken. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a=j] E edij do niks mee te maken. [/a]
et ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=428] Marie zei damewijle zulle winnen. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Marie zeit damewijle zulle winn. [/a]
da me wijle |
let ook op flectie-t | tagging | |
veldwerker | [v=430] K peis datnij morgen ook komt. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Ik peis datnij morgen ook komt. [/a]
dat n ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=453] Z emme geweest naar de markt. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Z emme naar de markt geweest. [/a] | |||
veldwerker | [v=459] IJ eet dn bal gesmeten in de mand. [/v] | |||
informant2 | [a=n] E et dn bal in de mande gesmeetn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=463] IJ eet dn bezem geveegd helemaal kapot. [/v] | |||
informant2 | [a=n] IJ eet dn borstel gehelegans kapot geveegd. [/a] | |||
veldwerker | [v=474] T en was maar juist goe genoeg. [/v] | |||
informant2 | [a=n] T was maar juist goe genoeg. [/a] | |||
veldwerker | [v=492] IJ is vorige week door dokter Mertens geopereerd. [/v] | |||
informant2 | [a] E s verleden week deur _ [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ dee dokter Mertens geopereerd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en ij is geopereerd van dn dokter? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | wél 'van' in spontane spraak | ||
informant1 | [a] IJ s geopereerd geweest gisteren. [/a] | |||
veldwerker | [v] en geopereerd geworden? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=493] IJ wor morgen door dokter Mertens geopereerd. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ wor morgen door dokter Mertens geopereerd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=494] K vin da Jan beter dn dokter kost geroepen en. [/v] | |||
informant1 | [a=j] K vin da Jan beter dn dokter kost geroepen emmen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=495] K peis dache veel zult moete weg smijten. [/v] | |||
informant2 |
[a] K peis dache veel zul moete weg smijtn. [/a]
da ge |
tagging | ||
veldwerker | [v] en veel weg zult moete smijten? [/v] | |||
informant1 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en zult weg moete smijten? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=497] IJ is al t kapot gerief weg aan t smijten. [/v] | |||
informant2 | [a] E s al t kapot gerief aan t weg smijtn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] nie weg aan t smijten? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=517] Robert eet drie groen appels en Marie eetr drie rooie. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a] Robert eet drie groen appels. Marie eet vier rooie appels. [/a] | |||
informant2 |
[a=j] _ eetr drie rooie ja. [/a]
eet dr |
|||
veldwerker | [v=412] Dr ware veel mensen op t feest. [/v] | |||
informant1 | [a] Do ware veel mensen op t feest. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=413] Waren dr veel mensen op t feest. [/v] | |||
informant2 | [a] Waren dr veel mensen op t feest. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] Waren de veel mensen op de feest? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=520] Wa veur boeken edde gekocht? [/v] | |||
informant1 |
[a] Wavee boeken eejegij gekocht? [/a]
ee je gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=524] Wie edde gezien. [/v] | |||
informant2 |
[a] Wie eje gezien? [/a]
e je |
tagging | ||
veldwerker | [v=526] Wie eet u op de kermis gezien? [/v] | |||
informant2 | [a] Wie eet ou op de kermis gezien? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] dus nie wie eetr ou? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=530] Marie zei dagij Piet nen boek et proberen te verkopen. [/v] | |||
informant2 |
[a] Marie zei dache _ [/a]
da ge |
|||
informant2 |
[a=j] _ dache Piet nen boek probeert te verkopen of e proberen te verkopen. [/a]
da ge |
mogelijkheid 'hebben' aan begin werkwoordscluster wordt verderop ontkend | tagging | |
informant2 |
[a] _ dachegij nen boek proberen te verkopen et aan _ Piet. [/a]
da ge gij |
|||
veldwerker | [v] en et proberen te verkopen? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=531] Wim dacht dak Els had geprobeerd ne cadeau te geven. [/v] | |||
informant2 | [a] Wim peisdn _ [/a] | let op flectie-n | ||
informant2 | [a=n] Da s toch maar aardig zn. [/a] | |||
veldwerker | [v=532] Karel weet dagij geprobeerd et Marie nen boek te verkopen. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Karel weet dachegij geprobeerd et vee _ [/a]
da ge gij |
tagging | ||
informant1 | [a=j] Marie nen boek te verkopen. [/a] | |||
veldwerker | [v] en kunde die voor weg laten? [/v] | |||
informant2 | [a] Wij zuln dat do toch altijd bij zegn he. [/a] | |||
veldwerker | [v=336] In dien tijd leefdeken dr op los. [/v] | |||
informant1 |
[a] In dieën tijd leefdeke dr op los zunne. [/a]
leefde ke |
tagging | ||
veldwerker | [v=337] Vroeger leefde hij as een beest. [/v] | |||
informant2 | [a] Vroeger leefdn dn dieën _ [/a] | |||
informant2 |
[a] Of leefdenij gelijk een beest. [/a]
leefden ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=338] Daar leefdewij zoals god in Frankrijk. [/v] | |||
informant2 |
[a] Daar leefdemewijln gelijk as god in Frankrijk. [/a]
leefde me wijln |
tagging | ||
veldwerker | [v=339] Niemand maget zien dus ik vin da gij t ook nie moogt zien. [/v] | |||
informant1 | [a] Niemand mag da zien _ [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] _ dus ik vin dachegij dat ook nie moog zien. [/a]
da ge gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=345] Jaren geleden leefdegij zoals ne kluizenaar. [/v] | |||
informant2 |
[a] Jare geleden leefdendegij gelijk _ gelijk ne kluizenaar. [/a]
leefden de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=408] Op die feest wordtr veel gedanst. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Op die feest wordtr veel gedanst. [/a]
wordt dr |
tagging | ||
veldwerker | [v] en op die feest wier veel gedanst. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] _ wiertr veel gedanst. [/a]
wiert dr |
|||
veldwerker | [v=409] Nu wordtr alleen nog maar brood verkocht in die winkel. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Nu wordtr alleen nog maar brood verkocht in die winkel. [/a]
wordt dr |
tagging | ||
veldwerker | [v] en zonder er? [/v] | |||
informant1 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=414] Gisteren stondr nen aardigaard in den hof. [/v] | |||
informant2 | [a] Gisteren stond nen aardigen in den hof. [/a] | zin wordt vrijwel onmiddelijk gecorrigeerd; status is onduidelijk, maar uiteindelijk zijn de informanten toch vrij categoriek in hun afwijzing; waarschijnlijk gaat het hier om een verspreking | tagging | |
informant2 |
[a=j] stondr. [/a]
stond dr |
|||
veldwerker | [v] en stond ne raren? [/v] | |||
informant2 | [a=j] stondr. [/a] | |||
veldwerker | [v=442] Gisteren die is Jan ier geweest. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee [/a] | |||
informant2 | [a] Gisteren is Jan ier geweest. [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=864] Ze wisten danze gaan werken. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ze wisten dasse gaan werken. [/a]
da ze |
|||
veldwerker | [v=842] Als ge da nu nie en doet zulde veel problemen krijgen. [/v] | |||
informant2 |
[a] Asge da nu nie doet zulde veel probleme krijgen. [/a]
as ge zul de |
tagging | ||
veldwerker | [v=844] K e niemand nie gezien. [/v] | |||
informant2 | [a] K em niemand nie gezien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=850] K geloof dak niemand nie gezien heb. [/v] | |||
informant2 |
[a] K geloof dak niemand nie gezien em. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=846] Niemand ee mij nie gezien. [/v] | |||
informant2 | [a] Nee. Niemand ee mij gezien. [/a] | |||
veldwerker | [v=847] K geloof da niemand mij nie gezien eet. [/v] | |||
informant2 | [a] K geloof da niemand mij gezien eet. [/a] | |||
veldwerker | [v=848] Niemand ek nie gezien. [/v] | |||
informant2 |
[a] Niemand emmek gezien. [/a]
em ek |
|||
veldwerker | [v=849] Niemand nie emmek gezien. [/v] | |||
informant2 |
[a] Niemand nie emmek gezien. [/a]
em ek |
tagging | ||
veldwerker | [v=847] K geloof da niemand nie mij gezien eet. [/v] | |||
informant2 | [a] Ik geloof da niemand mij gezien eet. [/a] | |||
veldwerker | [v=852] Morgen gak mij ne nieuwe fiets kopen. [/v] | |||
informant2 |
[a] Morgen ganek mij ne nieuwe velo kope. [/a]
gaan ek |
tagging | ||
veldwerker | [v=853] Ik zal u al een pintje bestellen. [/v] | |||
informant1 | [a] K zal een pint besteln. [/a] | irrelevant antwoord | ||
veldwerker | [v=854] Koop mij dan eens een gazet. [/v] | |||
informant2 | [a] Koop mij dan ne keer een gazet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=855] IJ ee ze mij gekaft. [/v] | |||
informant2 | [a] En ij ee ze gekaft. Die me _ [/a] | |||
veldwerker | [v=856] Magek mij ne stoel pakn? [/v] | |||
informant2 |
[a] Mak mij ne stoel pakn? [/a]
ma k |
tagging | ||
veldwerker | [v=857] Allez zingt ons nog eens e liedjen. [/v] | |||
informant2 | [a] Allez zingt nog ne keer e lieken voor ons. [/a] | |||
veldwerker | [v=858] Zalek u nog nen borrel in gieten? [/v] | |||
informant2 |
[a] Zak ou nog nen druppel in gieten. [/a]
za k |
tagging | ||
veldwerker | [v=859] K heb em de verkeerde sigaretten gekocht. [/v] | |||
informant2 | [a] K em em de verkeerde sigarette gekocht. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=860] Schrijf mij eens nen brief naar de gemeente. [/v] | |||
informant1 | [a] Schrijf mij ne keer nen brief nor de gemeente. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=861] Mijn pa ee mij twee asbakke gemaakt. [/v] | |||
informant2 | [a] Mij pa ee mij twee asbakken gemaakt. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=862] Loop mij eens naar de winkel om een brood. [/v] | |||
informant2 | [a] Ga ne keer no de winkel om een brood. [/a] | |||
informant2 | [a] Die mij dat is _ [/a] | |||
veldwerker | [v=863] Jan haal mijnheer de pastoor eens ne keer ne stoel. [/v] | |||
informant2 | [a] Haal ne keer ne stoel vur mijnheer de pastoor. [/a] | |||
veldwerker | [v=885] ott van gaan [/v] | |||
informant2 | [a] Ik gaan. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Gij gaat. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Hij gaat. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Zij gaat. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] Wijle gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en wijle gamen? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee. Wijle gaan. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Gijle gaat. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Zijle gaan. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] Morgen ganek. [/a]
gaan ek |
tagging | ||
informant1 |
[a] Morgen gamen. [/a]
ga men |
tagging | ||
informant2 |
[a] en morgen gaasse. [/a]
ga ze |
tagging | ||
informant2 |
[a] Morgen gaatn. [/a]
gaat n |
tagging | ||
informant2 |
[a] morgen gajegijln. [/a]
ga je gijln |
tagging | ||
informant2 |
[a] gajegij. [/a]
ga je gij |
tagging | ||
veldwerker | [v] en gadegij? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
informant2 |
[a] morgen gaanzezijln. [/a]
gaan ze zijln |
tagging | ||
veldwerker | ovt van doen | |||
informant2 | [a] Ik dee da gaarne. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Gij deed. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] IJ dee. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Wijle deen da gaarne. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Gijln deed da gaarne. Gijln dee da gaarne. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Zijl deen da gaarne. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] deek [/a]
dee k |
|||
informant2 |
[a] gisteren dedegij da gaarne. [/a]
dee de gij |
tagging | ||
informant2 |
[a] deesij da gaarne. [/a]
dee zij |
tagging | ||
informant2 |
[a] of deessezij ja. [/a]
dee ze zij |
|||
informant1 |
[a] gisteren deezezij da gaarne. [/a]
dee ze zij |
let op stemhebbende z in 'ze' | tagging | |
informant1 |
[a] Gisteren deenij da gaarne ze. [/a]
dee n ij |
tagging | ||
veldwerker | [v] maar nie deetnij? [/v] | |||
informant2 |
[a] Nee. Deen da gaarne. [/a]
dee n |
|||
informant2 |
[a] Deenwijln da gaarne. [/a]
deen wijln |
tagging | ||
informant1 |
[a] Gisteren deemewijln da nu ne keer gaarne ze. [/a]
dee me wijln |
tagging | ||
informant2 |
[a] Gisteren deedegijln da gaarne. [/a]
dee de gijln |
tagging | ||
informant2 |
[a] Gisteren deenzijln da gaarne. [/a]
deen zijln |
tagging | ||
informant2 |
[a] deenze da gaarne. [/a]
deen ze |
tagging | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 |
eer dak dan om da dingen _ diën draad nog gegaan had
da k |
let op keuze hulpwerkwoord | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 |
azek nu gaan _ ne wafel eten _
as ek |
clusterdoorbreking, weliswaar met duidelijke breuk in de zin | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 |
ja maar nu peisdekikken
peisde k ikken |
let op eind-n | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 | k em die schilderij nog van t oud vestjen he _ van Goris getekend | |||
informant1 | waar at da water was he | |||
informant2 | da moenek eigenlijk bij tijd twee kere leezn | let op flectie-n | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 |
ik weetent al
weet ent |
epenthetische nasaal | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 | die spreken een beetje gelijk asmewaailen | |||
commentaar | invullen personalia | |||
informant1 |
vroeger wassewaaile Sint-Gillis
wasse waaile |
let op eerste meervoud ovt van zijn | ||
commentaar | invullen personalia | |||
informant2 |
dan moetemen da niet euh _
moete men |
verbaal affix men | ||
commentaar | invullen personalia | |||
informant2 |
we zummen op schrijven middelbaar
zu men |
verbaal affix 'men' | ||
commentaar | invullen personalia | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 |
da zalaa nie vur mij zijn dan
zal aa |
verdubbeling 'dat' of bijwoord 'al'? | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 | geeft en nen boek | 'en' als datiefpronomen | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 | dat eten wasaa nog nie binnen _ | bijwoord of verdubbeling 'dat eten'??? | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
commentaar | einde [/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
028 | Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen | Komt deze zin met 'wie dat' voor? |
vorm: wie at |
030 | Vertel mij eens wie of dat zij had kunnen roepen | Komt deze zin met 'wie of dat' voor? |
komt voor
: n |
087 | Eddy moet kunnen vroeg opstaan | Discrepantie met spntaan materiaal |
komt voor
: j |
219 | We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij | Initieel 'me' kan wel, zie vraag 427; Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
vorm: Wij geloovn datn nie zo slim is aswij opmerking: fout pronomen na 'dat' |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. | |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: waar a ze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: waarop dat ze |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: dat ze op |
358 | Ik denk dat iemand de koekjes heeft opgegeten, maar ik weet niet wie dat. | Die-vormen niet expliciet bevraagd |
komt voor
: n |
370 | Dat is de man die ze geroepen hebben | mogelijkheid die-e dasse wordt goedgekeurd maar niet vertaald | |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
400 | Het belooft weer een mooie dag te worden | inf keurde alles af, lijkt niet wrsch.; Peilen naar de mogelijkheid van een voegwoord ('van' of andere).; Als beloven zo niet voorkomt: het dreigt weer een slechte dag te worden. |
komt voor
: n |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: j |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan smoor nie mee. |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
: j vorm: zal ekik et |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n opmerking: wel spontaan bij o.v.t.-paradigma 'gaan': gij ging gij |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
707 | Eetr-ij(t) hier ne man gewoond of een vrouw. | Indien ja: vorm (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
708 | 't Is ij/ tet al lang geleden. | Indien ja: vorm (invullen bij VORM); Indien nee: ga verder met 712; indien ja: ga verder met 709. |
komt voor
: n |
726 | Durfdetzegij vragen? | Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: ij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: mogemen |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wijln |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. | ||
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: makander |
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: makanderen |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n vorm: der |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: do |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: do |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j vorm: der |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j vorm: do |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: as iedereen |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: as een vrouw |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: zie veldwerk |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga ne keer weg |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingdegij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingek |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ij gink |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginget |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingzezij |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij gingen |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingdegijln |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gijln gink |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingewij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zijln gingken |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingzijln |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: n vorm: wie atter |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: ook: die da |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: n |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: n |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: j |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zeneigen |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut