SAND-data Wildervank (C186p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02879) vertaling: Jan erinnert zich dat verhoal wel
opm.: reflexief: zich
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 02879) vertaling: Marie en Piet zain nander veur de kerke
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 02879) vertaling: T wast zoch
opm.: reflexief: zich
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 02879) vertaling: De timmerman het gain spiekers bie zich
opm.: reflexief: zich
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 02879) vertaling: F zag un slange noast zich
opm.: reflexief: zich
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 02879) vertaling: E luit mie veur zich waarken
opm.: reflexief: zich
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 02879) vertaling: J luit zich mitdrieven op de golv'n
opm.: reflexief: zich
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 02879) vertaling: T bekeek zichzelf ais goud in de spaige;
opm.: reflexief: zichzelf
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 02879) vertaling: Jan het in twei munutn een biertje dronk'n
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 02879) vertaling: Dizze schounen lopen makkeluk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 02879) vertaling: E kint zichzelf goud
opm.: reflexief: zichzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 02879) vertaling: W het heurd dat 'r foto's van homzulf in de etalage stoan
opm.: reflexief: hemzelf
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 02879) vertaling: Dei eerappels schillen nait makkelijk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 02879) vertaling: Dit glas br?kt as het op de grond vaalt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 02879) vertaling: Dokter leef ik wel gezond genog?
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 02879) vertaling: Al joar'n leeft ij van de aarfenis van zien voader
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 02879) vertaling: Dizze weekt leeft zij op woater en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 02879) vertaling: Leeft het nog?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 02879) vertaling: Houlaang leven joe nou al van dei aarfenis
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 02879) vertaling: In Bretagne leven ze veurnomelijk van de visserij
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 02879) vertaling: Noa 't eten goa ik sloapen
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 02879) vertaling: Zel ik dat wel kinnen doun
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 02879) vertaling: IJ liet zien uus ofbreken
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02879) vertaling: Ik wait dat J haard mout kunnen waarken
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02879) vertaling: Ik wait dat J haard mout kunnen waarken
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02879) vertaling: Ik wait dat J haard mout kunnen waarken
komt voor: j
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 02879) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 02879) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 02879) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 02879) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 02879) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02879) gebr.: 1
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 02879) gebr.: 1
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 02879) gebr.: 1
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 02879) komt voor:
opm.: interpreteren als nee: omcirkelt alleen ja
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02879) gebr.: 1
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02879) gebr.: 1
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 02879) gebr.: 1
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02879) gebr.: 1
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02879) komt voor: j
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 02879) gebr.: 1
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 02879) gebr.: 1
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02879) gebr.: 1
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02879) gebr.: 5
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 02879) gebr.: 1
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 02879) gebr.: 1
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 02879) vertaling: Jan h?t gain boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 02879) vertaling: Jan h?t gain boek meer
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 02879) vertaling: Bouk'n h?t J nait
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 02879) vertaling: Jan h?t nait veul geld meer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02879) vertaling: D'r mag gainaine proat'n over dit probleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02879) vertaling: D'r mag gainaine proat'n over dit probleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 02879) vertaling: Gainaine zegt dat e komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 02879) vertaling: Zitt'n hier naargens moez'n
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 02879) vertaling: Ik geef niks aan 'n aander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 02879) vertaling: Gainaine wil waark'n
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 02879) vertaling: Wie wizz'n dat y tuus war
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 02879) vertaling: Ik wist 't ook nait
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02879) vertaling: Hij mag mit gain aine over dit probleem proat'n
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 02879) vertaling: J wait dat y veur drei uur de woag'n moakt mout ebben
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02879) gebr.: 1
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02879) gebr.: 1
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 02879) gebr.: 1
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 02879) gebr.: 1
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 02879) gebr.: 1
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 02879) vertaling: M. auto is kapot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 02879) vertaling: M heur auto is kapot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 02879) vertaling: Piet zien auto is kapot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 02879) vertaling: Piet zien auto is kapot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 02879) vertaling: Dei mans auto is kapot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 02879) vertaling: Dei mans auto is kapot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 02879) vertaling: Dei auto is nait van mie moar van hom
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 02879) vertaling: De kraante van guster ligt onder de TV
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 02879) vertaling: J en K en hun bruiertje
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 02879) vertaling: Dei jongens d'r fietsen zijn stool'n
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 02879) vertaling: De zussen d'r moeder is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02879) vertaling: Dei auto is van Wim
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02879) vertaling: Dei fietse is van mij
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02879) vertaling: y0mag mit gainaine proaten over dit probleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 02879) vertaling: Ik wil gainaine kwets'n
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 02879) vertaling: 't Is jammer dat wie nait magg'n komm'n
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 02879) vertaling: Dat goa ik nait doun
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 02879) vertaling: Ik heb nait waarkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 02879) vertaling: Nog mor net had hij het verteld of M begon te schrai'n
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 02879) vertaling: Goa dei bestelling nou mar ophoal'n
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 02879) vertaling: y0warkt nait
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 02879) vertaling: Ik verbai die om hier te komm'n
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 02879) vertaling: J verhinderde dat wie M beld'n
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02879) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02879) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02879) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02879) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02879) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02879) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02879) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02879) fragment: - (2)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02879) fragment: ? (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02879) fragment: Als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02879) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02879) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02879) fragment: Als (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02879) fragment: weer (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02879) fragment: weer (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02879) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02879) fragment: te (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02879) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02879) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02879) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02879) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02879) fragment: als (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02879) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 02879) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 02879) fragment: (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 02879) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02879) fragment: (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02879) fragment: of (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 02879) vertaling: Ik wait dat joe op gainaine kwoad binn'n
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 02879) vertaling: Ik wait dat zij op niks trots is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 02879) vertaling: E denkt dat 't nait makkelek is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 02879) vertaling: Ik wait dat ik te loat bin en doe nait
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 02879) vertaling: Doe waist toch das toe moust waark'n en ik nait
opm.: andere dan 2.ev. altijd 'dat' nu 'das'
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 02879) vertaling: Iederaine dinkt dat wie noar uus goan en dat zij nog maggen blieven
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 02879) vertaling: 't is jammer dat hij komt en dat zij weggait
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 02879) vertaling: Ik d?nk dat L zaik is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 02879) vertaling: Ik denk dat P en L trou'en goan
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 02879) vertaling: Y slept
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 02879) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 02879) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 02879) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 02879) vertaling: Y komt nait
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 02879) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 02879) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 02879) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 02879) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 02879) komt voor: n
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 02879) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 02879) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 02879) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 02879) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 02879) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 02879) komt voor: n
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 02879) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 02879) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 02879) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02879) vertaling: de laambe brandt nait meer
komt voor: j
opm.: dav
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02879) vertaling: de laambe brandt nait meer
komt voor: j
opm.: dav
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02879) vertaling: Danst M iedere aovend
komt voor: j
opm.: dav
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02879) vertaling: Danst M iedere aovend
komt voor: j
opm.: dav
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02879) vertaling: Snie 't brood us even
komt voor: j
opm.: dav
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02879) vertaling: Snie 't brood us even
komt voor: j
opm.: dav
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02879) fragment: ? (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02879) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02879) fragment: ? (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02879) fragment: ? (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02879) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02879) fragment: (2)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02879) fragment: waar (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02879) fragment: die (dei) (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02879) fragment: waar/woar (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02879) fragment: dat (1)
opm.: trwijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02879) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02879) fragment: wat (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02879) vertaling: Wel bin in de stad tegenkommen
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02879) vertaling: Hou d?nken joe dat ze het hebb'n opl?st
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02879) vertaling: Hou d?nkst doe dat ze hebb'n opl?st
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 02879) vertaling: M wait nait w?l wie wullen b?llen
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 02879) vertaling: Wait aine w?l wie oproupen hebben
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02879) vertaling: W?l denkst doe dat ik in de stad tegenkomm'n bin
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02879) vertaling: W?l denkst doe dat ik in de stad tegenkomm'n bin
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 02879) vertaling: Y het zien hand'n woss'n
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 02879) vertaling: Y het zien hemd woss'n
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 02879) vertaling: Y het 'n houd op 't heufd
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 02879) vertaling: Y het 'n vlekke op zien hemd
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 02879) vertaling: Y het zien bain brok'n
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02879) vertaling: Y het zich zeer doan
opm.: reflexief: zich
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 02879) vertaling: M trok de deken noar zich tou
opm.: reflexief: zich
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 02879) vertaling: L wait dat er foto's van homzulf te koop binnen
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 02879) vertaling: Doe erinnerts die toch wel dat we toun deur dat bos binnen lop'n
opm.: die = dich of je? reflexief: je of reflexief: dich
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 02879) vertaling: Ik erinner mie dat de auto van M kapot was
opm.: reflexief: me
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 02879) vertaling: Zei erinnert zich dat y als een zwien zat te eten
opm.: reflexief: zich
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 02879) vertaling: Wie erinneren ons wel dat alle bouken van J stolen waren moar zij erineren 't zoch nait
opm.: zoch = zich reflexief: ons reflexief: zich
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 02879) vertaling: Erinneren jou nog dat we J op de maarkt zain hebb'n
opm.: reflexief: geen
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02879) vertaling: Y het zich een ongeluk waarkt
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 02879) vertaling: Y vuilde zich door het ies zakk'n
opm.: reflexief: zich
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02879) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 02879) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 02879) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 02879) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 02879) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 02879) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 02879) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 02879) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 02879) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 02879) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 02879) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 02879) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02879) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 02879) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02879) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 02879) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 02879) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02879) vertaling: M heur kooi'n binnen verdronken bie de overstroming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02879) vertaling: M heur kooi'n binnen verdronken bie de overstroming
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02879) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 02879) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 02879) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 02879) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 02879) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 02879) komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02879) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 02879) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02879) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02879) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 02879) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02879) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 02879) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 02879) vertaling: In dei tied leefd ik 'd' er op l?s
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 02879) vertaling: Vrouger leefde hij als 'n beest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 02879) vertaling: Doar leefd'n wie als god in Frankriek
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 02879) vertaling: Gainaine mag 't zain dus ik vind dast doe 't ook nait mag zain
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 02879) vertaling: Het gebeurde touns't doe votgingst
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 02879) vertaling: Ik wait waarst doe geboren bist
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 02879) vertaling: Noust kloar bist magst goan
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 02879) vertaling: Deurdat M overleden was, het heur man Anna nait meer kinnen helpen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02879) vertaling: Ik wait dat y is goan zwemmen
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 1
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 1
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 02879) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 02879) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 02879) komt voor: n
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 02879) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02879) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02879) vertaling: Joa wel
komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02879) vertaling: Joa wel
komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 02879) vertaling: Ja
komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 02879) vertaling: Ja
komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02879) vertaling: Ja
komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02879) vertaling: Ja
komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02879) vertaling: Ja
komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02879) vertaling: Ja
komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02879) vertaling: Wel din
komt voor: j
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02879) vertaling: Wel din
komt voor: j
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02879) vertaling: Mit zok weer kun je nait veul doun
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 02879) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02879) vertaling: 'k wul hom noit meer zain want hij het mie bedroge
komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02879) vertaling: 'k wul hom noit meer zain want hij het mie bedroge
komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02879) vertaling: 'k wul hom noit meer zain want hij het mie bedroge
komt voor: j
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02879) vertaling: 'k wul hom noit meer zain want hij het mie bedroge
komt voor: j
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 02879) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 02879) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 02879) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 02879) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 02879) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 02879) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 02879) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02879) fragment: die /dei (dialect) (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02879) fragment: die/dei (dialect) (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02879) fragment: dat (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02879) fragment: dat (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02879) fragment: die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02879) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02879) fragment: (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02879) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02879) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02879) fragment: (2)
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 02879) vertaling: In de hemel
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02879) vertaling: mijn vrouw
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02879) vertaling: nooit
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 02879) vertaling: W prebaaide om aine zeer te doun
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 02879) vertaling: 't Schient dat ze niks te maggen eten
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 02879) vertaling: Ze schient niks te maggen eten
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 02879) vertaling: Ze prebaaien al de huile dag om nander op te bellen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 02879) vertaling: Het belooft weer 'n mooie dag te worden
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 02879) vertaling: t is misschien beter om nog even te wacht'n
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 02879) vertaling: Wie hadd'n geluk om hom direct terogge te vinden
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 02879) vertaling: As de kipp'n 'n vaalke zain, binnen ze bange
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 02879) vertaling: As we d'eerappels nait kinnen verkopen zitten we in de problemen
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 02879) vertaling: As ie hom nait mietnem'n wor ik kwoad
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 02879) vertaling: y0wis 't
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 02879) vertaling: Op dit feest wordt er veel danst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 02879) vertaling: Nou wordt e allain nog moar brood in dei winkel verkocht
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 02879) vertaling: As y mit de fietse komt zal y wel loat wezen
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 02879) vertaling: Ast doe tied est, kom dan 'n keertje langs
opm.: voegwoordcongruentie 'als'
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 02879) vertaling: As ik riek ben koop ik 'n dure auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 02879) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 02879) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 02879) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 02879) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 02879) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 02879) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 02879) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 02879) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 02879) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 02879) komt voor: n
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 02879) vertaling: H?t Gunther beld
473 (z11b) En pas op! (inf. 02879) vertaling: Pas op!
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 02879) vertaling: 't Was mor goud genog
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 02879) vertaling: M h?t nou meer koijen dan ze vrouger had
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 02879) vertaling: As S had kinnen komm'n dan had ze dat doan
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 02879) vertaling: Zei is de beste dokter dei ik ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 02879) vertaling: Veurst doe wat weggooit, moust doe even bell'n
opm.: twijfelgeval voegwoord in 'voor(dat)'-bijzin of vervoeging 'veur'
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 02879) vertaling: Hier is alles wat ik kreg'n heb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 02879) vertaling: J is te gierig om wat aan zien kinder te geven
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 02879) vertaling: Alsof doe wat van voetball'n waist
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 02879) vertaling: Leg dat bouk deele
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 02879) vertaling: Als doe echt nait kinst wacht'n, kom dan moar
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 02879) vertaling: Ik wait dat J de dokter had kinnen roupn
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 02879) vertaling: dat loopt niet
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 02879) vertaling: y0zee dat ik het had mouten doun
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 02879) vertaling: y0is veurige week deur dokter M opereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 02879) vertaling: y0wordt m?rgn deur dokter M opereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02879) vertaling: Ik denk dat je veel weg zal mout'n gooin
positie: 1
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02879) vertaling: Ik denk dat je veel weg zal mout'n gooin
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02879) vertaling: Het is dom om zokke ding'n weg te gooi'n
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02879) vertaling: Het is dom om zokke ding'n weg te gooi'n
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02879) vertaling: y0is alle kapotte ding'n weg aan 't gooi'n
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02879) vertaling: y0is alle kapotte ding'n weg aan 't gooi'n
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02879) vertaling: Ik vind dat je voaker de kraande zol mout'n lez'n
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02879) vertaling: Ik vind dat je voaker de kraande zol mout'n lez'n
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02879) vertaling: Het is dom om in 't donker de kraande te lez'n
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02879) vertaling: Het is dom om in 't donker de kraande te lez'n
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02879) vertaling: y0is de huile dag de kraande aan 't lez'n
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02879) vertaling: y0is de huile dag de kraande aan 't lez'n
positie: 1
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 02879) fragment: door (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 02879) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 02879) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 02879) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 02879) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 02879) vertaling: R ?t ain gruine appel votgev'n, en nou h?t y nog twei rooie
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 02879) vertaling: d'r waaren veul mins'n op 't feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 02879) vertaling: Waar'n er veul mins'n op 't feest
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02879) vertaling: Wat hest doe veur bouk'n kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02879) vertaling: Wat veur bouk'n hest doe kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02879) vertaling: Wat veur bouk'n hest doe kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02879) vertaling: Wat hest doe veur bouk'n kocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 02879) vertaling: y0woont bie M
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 02879) vertaling: y0woont bie W
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 02879) vertaling: Loop even noar de bakker W
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 02879) vertaling: Wel hest doe zain
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 02879) vertaling: Wel het die zain
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 02879) vertaling: Had ik dat waiten dan had ik et nait doan
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 02879) vertaling: 't zol beter wezen om nog even te wacht'n
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 02879) vertaling: Gelokkig had J de dokter beld en dei was er al hail gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 02879) vertaling: Loop nou toch deur, vervelende jongen
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 02879) komt voor: j
gebr.: 5
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 02879) komt voor: n
gebr.: 1

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Wildervank

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Wildervank