Germaanse naamstam, vgl. voor de betekenis Got. *aírkns `rein, heilig'; aírknitha `echtheid'; Oudhoogduits erchan, erchen `echt, zuiver, volkomen'. Mogelijk in Angelsaksisch eorc(n)anstân `edelsteen', Oudnoors jarkna-steinn. Buiten het Germ. zijn verwant: Oudind. árjunas `helder, zuiver', Gri. argos `flikkerend, helder', arguros `het blanke, glanzende metaal, zilver', Lat. argentum `zilver', Oudiers argat `het helle, witte' en `zilver'.

Naar het overzicht van de naamstammen