Voornaam
populariteitslijsten
english
alf-
populariteit
verspreiding
alf-
Germaanse naamstam met de betekenis `natuurgeest, elf'. Germ. *albha, albhi-; Oudhoogduits en Middelhoogduits alp, Nieuwhoogduits Alp `spookachtig wezen'; Middelnederlands alf, elf; Oudsaksisch alf; Angelsaksisch ælf; Oudnoors álfr. Oorspr. de benaming van de mythische natuurgeesten. Ze waren verdeeld in goede en kwade geesten. In de Scand. landen werden ze bij de huiselijke haard als een soort beschermgeesten vereerd, bij ons bleven ze in het volksgeloof vnl. bekend in ongunstige zin. Het woord alf kan in verband staan met de Indogerm. wortel *albh `schijnen, wit zijn' (terug te vinden in de naam De Alpen).
Naar het overzicht van de naamstammen