Voornaam
populariteitslijsten
english
-wald-
populariteit
verspreiding
-wald-
`Heersen, heerser'. Niet altijd te scheiden van Wal-, aangezien d tussen consonanten vaak uitviel. Het is dezelfde stam als in Ndl. geweld. In persoonsnamen is het element vanaf de eerste eeuw aan te tonen. Het is een van de frequentste Germ. naamelementen. Got. waldan `toereikend zijn', ga-waldan `zijn macht gebruiken'; Oudhoogduits waltan waldan `heersen, bezitten', Middelhoogduits en Nieuwhoogduits walten; Middelnederlands wouden `over iets beschikken, iets regelen'; Oudsaksisch waldan; Oudfries walda; wald, weld, wold `macht kracht'; Angelsaksisch wealdan, Eng. to wield `hanteren, uitoefenen'; Oudnoors valda `iets gaan beheersen, grondlegger van iets zijn'. Uit het Germ. overgenomen zijn Fins valta `kracht, macht', Estisch wald `macht'. Verwant buiten het Germ. zijn Lat. valeo `ik ben sterk, ik heb macht', vgl. Valens; Oudiers flaith, uit *wlati- `heerschappij, Welsh gwaladr `opperheer'.
Naar het overzicht van de naamstammen