Voornaam
populariteitslijsten
english
-ger-
populariteit
verspreiding
-ger-
Germaanse naamstam met de betekenis `speer'. Dit element is frequent als eerste en als tweede lid. Als tweede lid oorspr. alleen in m. namen. Vgl. Ndl. geer `wigvormig stuk doek, wigvormige baan in een rok'; eiger `vork om aal te steken' (aalger); avegaar `grote boor'; geren `een schuinse richting hebben' (verwant is gesel). Van Germ. *gaiza-; Oudhoogduits gêr, gêro `speer, spies'; Middelnederlands ghere `schuin toelopend pand van een kledingstuk, zoom, spits toelopend stuk land, werpspies'; Oudsaksisch gêr `werpspeer'; Oudfries gâr(e), gêr(e) `speer', Nieuwfries gear; Angelsaksisch gâr `speer', gâra landtong', Eng. gore `geer' en `doorboren, spietsen'; Oudnoors geirr `speer' geiri `driekantig stuk goed'; Langobardisch gaida `pijlspits'. Ontleend uit het Germ.: Fra. giron, It. gherone `schoot, slip'. Verwant buiten het Germ.: Gri. chaios, uit *chaisos `herdersstok', Gall. gaiso- `speer', Iers gae `speer'.
Naar het overzicht van de naamstammen