Home

Ton Goeman

De onderzoeksbelangstelling van Ton Goeman ligt in de variatiepatronen van morfologische verschijnselen en van verschijnselen die op de grens van morfologie en fonologie liggen.

In de tijd dat hij betrokken was bij de Atlas Linguarum Europa verzorgde hij met H. Hogerheijde een aantal taalkaarten met commentaar over overeenkomsten en verschillen in de woordvormen voor bliksem en donder in de dialecten van de Europese talen.

Zijn morfologisch onderzoek omvat werk over de werkwoordsuitgangen van de tegenwoordige tijd en over de meervoudsvorming; niet alleen in de huidige dialecten van het Nederlands, maar ook over de situatie in het verleden. In aansluiting daarop heeft t-afval aan het woordeinde (t-deletie) zijn bijzondere aandacht gehad.

Daarnaast verrichtte hij onderzoek naar diftongering en Great Vowel Shift-achtige verschijnselen. Ook naar congruerende voegwoorden en naar de zachte /g/ in heden en verleden. Bovendien heeft hij belangstelling voor de subjectieve aspecten van het dialectgedrag van de taalgebruiker.

Hij is met Johan Taeldeman (Universiteit van Gent, België) een van de drijvende krachten geweest achter een groot veldwerkproject 'Fonologie en Morfologie van de Nederlandse dialecten op basis van veldwerk', waarvoor de fonetische transcripties van de dialectuitspraak door een groot aantal veldwerkers (waaronder hemzelf) is bijeengebracht. In samenwerking met Piet van Reenen (Vrije Universiteit Amsterdam) heeft hij de fonetische database van dit project opgezet. Deze projecten monden momenteel uit in twee dialectatlassen: De Fonologische Atlas van de Nederlandse Dialecten (Gent) en de Morfologische Atlas van de Nederlandse Dialecten (Meertens Instituut). Hij werkt momenteel met B. van den Berg aan de laatste, in samenwerking met G. de Schutter (Universitaire Instellingen Antwerpen).

Zijn onderzoek staat voor een deel in verband met deze database.

Andere interesses: cello en bergklimmen.

Ton Goeman