Thema De relatie tussen dynamiek en diversiteit in taal

Dit onderzoeksthema bestudeert in hoeverre dynamiek in dialecten en andere taalvariëteiten een evolutionaire visie op taalverandering ondersteunt.

Het onderzoek binnen deze themagroep heeft drie hoofdonderwerpen: de uitspraak van de r en l (de zogenaamde liquidae) aan het eind van de lettergreep, Turkse en Marokkaanse verschijningsvormen van het Nederlands en de nakomelingen van Nederlandse en Nederduitse dialecten in Brazilië.

Projecten

  • Levenscyclus van liquidae

In dit project wordt de uitspraak van de consonanten/l/ en /r/ – samen bekend onder de naam liquidae – bestudeerd in huidige variëteiten van het Nederlands. Daarnaast wordt gekeken naar de historische ontwikkeling van deze klanken. Enerzijds wordt sociolinguïstisch veldwerk uitgevoerd waarbij geavanceerde opnameapparatuur wordt gebruikt. Voor het historische onderzoek wordt anderzijds gebruikgemaakt van elektronische bronnen via Nederlab.

Resultaten in  2015: Eind september werd het liquidae-project gepresenteerd op het Drongo talenfestival, het jaarlijkse festival over taal en meertaligheid in Nederland voor een breed publiek. Geïnteresseerden konden meedoen aan experimenten over de variatie in de uitspraak van de beide klanken en kregen uitleg over waar die in heden en verleden aanleiding toe heeft gegeven. Etske Ooijevaar hield lezingen op (inter)nationale conferenties. Verder is er een niet gehonoreerde subsidie-aanvraag geweest.

Medewerkers: Marc van Oostendorp (projectleider), Ben Hermans (onderzoeker), Frans Hinskens (onderzoeker), Etske Ooijevaar (postdoc).

  • Deelproject Leven der Liquidae: Articulatie en akoestiek van post-vocale liquidae

In het Nederlands is er variatie in de uitspraak van de liquidae /l/ en de /r/. Na een klinker kunnen deze klanken zwakker worden: ze kunnen vocaliseren of verdwijnen. Hierdoor gaan woorden die minimaal van elkaar verschillen meer op elkaar lijken. Zo gaat ‘Niels’ bijvoorbeeld meer klinken als ‘nieuws’, en ‘kaars’ meer als ‘kaas’. Soms is er geen akoestisch verschil tussen twee woorden, ondanks dat er wel een articulatiebeweging met de tongpunt gemaakt wordt voor de liquida. Andersom kunnen verschillende articulatiebewegingen een zelfde akoestische effect hebben. Er is dus niet altijd een een-op-een relatie tussen articulatie en akoestiek van post-vocale liquidae.

Dit project probeert de verschillen tussen woorden met en zonder een post-vocale liquida te beschrijven. Daarbij zal een vergelijking worden gemaakt tussen articulatie en akoestiek. De vraag is of de invloed van een gevocaliseerde of verdwenen liquida nog aanwezig is op de omliggende klinkers of medeklinkers (bijvoorbeeld een verandering in de lengte of kleur van de voorafgaande klinker) en welke articulatiebewegingen gemaakt worden om een liquida te produceren. De uitspraak van de /l/ en de /r/ door sprekers uit de regio Waterland zal worden opgenomen en bestudeerd. Articulatie zal worden bestudeerd aan de hand van opnames gemaakt met ultrasoundapparatuur.

Resultaten in 2015: zie de persoonlijke pagina van Etske Ooijevaar in het jaarverslag.

Medewerker: Etske Ooijevaar (postdoc).

  • Nederlandse en Nederduitse Taaleilanden in Brazilië

Halverwege de negentiende eeuw vond er massale immigratie vanuit Europa naar Brazilië plaats. Zij stichten boerengemeenschappen in tot dan toe onontgonnen gebieden. De meestal ongeletterde boerengemeenschappen leefden tot de 21ste eeuw in vrijwel compleet isolement. Deze zogenaamde taaleilanden bestaan tot de dag van vandaag. Zij bewaarden veelal de taal van oorsprong, maar er vond door taalcontact ook innovatie plaats. In dit project, bestuderen we de taal van Nederlandse en Nederduitse (Pommerse) gemeenschappen in Brazilië.

Resultaten in 2015: vijf lezingen op internationale congressen

Medewerkers: Andrew Nevins (University College London en UFRJ), Gertjan Postma (onderzoeker), Kathy Rys (Universiteit van Antwerpen), Elizana Schaffel (UFES).