Thema Grenzen aan taalvariatie

In dit onderzoeksthema wordt enerzijds bestudeerd welke taalverschijnselen mogelijk en onmogelijk zijn in natuurlijke taal (“nature”), en anderzijds welke taalverschijnselen al dan niet voorkomen in de sociale ruimte (“nurture”).

In het project Taalportaal (NWO groot) wordt een virtueel taal­ instituut ontwikkeld waarin alle grammaticale kennis over het Nederlands en Fries is samengebracht. Tijdens de Grote Taaldag 2014 werd de bètaversie van Taalportaal geopend.

De themagroep heeft twee internationale workshops Maps and Grammar georganiseerd (Zürich, Meertens Instituut). Tevens is er een softwareapplicatie voor het visualiseren van linguïstische data ontwikkeld. Vanaf 1 november werkt Edoardo Cavirani binnen de themagroep als postdoc op het onderzoeksproject Grammaticometrics.

Projecten

  • Grammatica’s op de kaart (Maps and Grammar)

De dialectatlassen die de afgelopen jaren zijn gemaakt laten vooral de geografische spreiding van afzonderlijke taalkenmerken zien. Een belangrijke hypothese in de theoretische taalkunde is echter dat een dialect (of taal) geen toevallige verzameling van afzonderlijke taalkenmerken is. Elk dialect heeft een grammatica, een cluster van taalkenmerken die op een systematische manier met elkaar samenhangen. Doel van dit project is om grote hoeveelheden dialectdata kwantitatief te analyseren, de clusterpatronen die daaruit voorkomen theoretisch te modelleren en de resulterende (deel-)grammatica’s op de kaart te zetten.

Resultaten in 2014: Het projectteam organiseerde in maart de internationale workshop Maps and Grammar aan de Universiteit van Zürich, en in september aan het Meertens Instituut. Er werden in totaal 15 internationale lezingen gegeven en er verschenen drie internationale publicaties. Daarnaast werd er een visualisatietool ontwikkeld om linguïstische data in kaart te brengen.

Medewerkers: Sjef Barbiers (projectleider), Hans Bennis (onderzoeker), Lotte Hendriks (promovendus), Marc van Oostendorp (projectleider), Nina Ouddeken (promovendus), Gertjan Postma (onderzoeker), Erik Tjong Kim Sang (postdoc), Edoardo Cavirani (postdoc).

  • Deelproject Grammatica’s op de kaart: Computing Regions

Het Meertens Instituut heeft in de afgelopen decennia diverse databanken van regionaal taalgebruik verzameld. De postdoc in het project Maps and Grammar heeft als taak voor deze databanken een computationele definitie van een taalkundige regio te definiëren. Daarnaast moeten er visualisatiegereedschappen worden ontwikkeld om verschillende regiodefinities te vergelijken en onderzoek te doen op basis van deze regio’s.

Resultaten in 2014: online paper

Medewerker: Erik Tjong Kim Sang (postdoc).

  • Deelproject Grammatica’s op de kaart: Phonological variation in transition zones

In transitiezones, taalkundige regio’s die zich tussen twee (of meer) grotere dialectgebieden in bevinden, verwachten we kenmerken te kunnen vinden van beide aangrenzende taalsystemen. Ook verwachten we veel interne variatie: variatie binnen het taalsysteem. Dit onderzoek zal zich specifiek richten op de overgang van voicing talen (Nederlands, Romaanse talen) naar aspiratietalen (Germaanse talen), waarin het verschil tussen /b, d, g/ (fortis plosieven) enerzijds en /p, t, k/ (lenis plosieven) anderzijds op verschillende manieren wordt geïmplementeerd, en op de overgang tussen (noordelijke) Italiaanse dialecten met, en (centrale en zuidelijke) Italiaanse dialecten zonder intervocalische /s/-voicing.

In het eerstgenoemde verschijnsel maken de twee verschillende taalsystemen gebruik van verschillende fonetische en fonologische kenmerken om fortis en lenis plosieven van elkaar te onderscheiden: in voicing talen krijgt de lenisserie, gerealiseerd met prevoicing, het kenmerk [voice] en blijft de fortisserie, gerealiseerd met een short-lag Voice Onset Time, ongespecificeerd, terwijl in aspiratietalen de fortisserie, gerealiseerd met aspiratie, het kenmerk [spread glottis] krijgt en de lenisserie, gerealiseerd met short-lag Voice Onset Time, ongespecificeerd blijft. Dit correspondeert ook met andere fonologische processen gerelateerd aan stemhebbendheid in deze talen: in voicing talen kan een fortis plosief assimileren aan een lenis plosief maar niet andersom, terwijl in aspiratietalen de lenis plosief assimileert aan de fortis plosief en niet andersom. Oftewel, de ongespecificeerde plosief assimileert aan de gespecificeerde plosief. In het tweede verschijnsel gaat het om de overgang tussen dialecten met intervocalische /s/-voicing, wat aan zeer specifieke morfologische en fonologische criteria moet voldoen, en dialecten zonder /s/-voicing.

De vraag is nu wat er gebeurt in dialecten die zich op de grens tussen de verschillende systemen bevinden. In het geval van het eerste verschijnsel verwachten we fonetisch een graduele transitie, maar fonologisch gezien een abrupte overgang. Wat betekent dit voor de relatie tussen fonetiek en fonologie? In het tweede geval verwachten we dat, van noord naar zuid, er geleidelijk minder contexten te vinden zijn waar /s/-voicing op kan treden, of zelfs dat er contexten te vinden zijn waar /s/-voicing onverwacht optreedt. Hoe moet dit in de grammatica van die dialecten gerepresenteerd worden?

Resultaten in 2014: Zie de persoonlijke pagina van Nina Ouddeken

Medewerker: Nina Ouddeken (promovendus).

  • Deelproject Grammatica’s op de kaart: Inclusion patterns

Dit project draait om de interpretatie van inclusierelaties in taalkundige regio’s. Welke interpretatie kunnen we geven aan de observatie dat een taalkundig fenomeen x alleen voorkomt in regio’s die vallen binnen een taalgebied waar taalkundig fenomeen y is geattesteerd? Kunnen we hieruit concluderen dat een taalsysteem alleen x heeft als het ook y heeft?

Resultaten in 2014: Zie de persoonlijke pagina van Lotte Hendriks in het jaarverslag

Medewerker: Lotte Hendriks (promovendus).

  • Deelproject Grammaticometrics

Doel van het Grammaticometrics– project is de stap te maken van geografische kaarten die de verspreiding van één of meer linguistische eigenschappen laten zien naar kaarten die de geografische verspreiding van deelgrammatica’s laten zien. Daartoe wordt onderzocht welke eigenschappen in de beschikbare dialectdatabases clusteren en hoe die clusters gemodelleerd kunnen worden als deelgrammatica’s in bestaande theoretische modellen (bijv. in termen van regelsystemen of systemen van constraints). Tenslotte wordt onderzocht hoe de resulterende deelgrammatica’s het beste kunnen worden gevisualiseerd op kaarten.

Resultaten in 2014: Edoardo Cavirani is in november 2014 begonnen met het project. Zie verder de persoonlijke pagina van Edoardo Cavirani.

Medewerker: Edoardo Cavirani (postdoc).

  • Invarianten in taalverandering

Als de wereld om ons heen verandert, blijven toch sommige eigenschappen onveranderd. Dat worden wel invarianten of behouden grootheden genoemd. Zo blijft de totale energie bij een vallende bal (wet van Newton) constant. Bij taalveranderingen bijft de ‘zwaarte’ van een lettergreep constant. Dat betekent dat een klinker gerekt wordt als er een medeklinker wegvalt. In dit project wordt een speurtocht ondernomen naar dergelijke taalkundige invarianten.

Resultaten in 2014: twee lezingen, artikel in voorbereiding i.s.m. Etske Ooijevaar (Coerced geminate onsets in Dutch interjections – consequences for the syntax-phonology interface)

Medewerkers: Ben Hermans (onderzoeker) en Gertjan Postma (projectleider).

  • Taalportaal

Binnen het Taalportaal wordt een virtueel taalinstituut ontwikkeld waarin alle grammaticale kennis over het Nederlands en Fries is samengebracht. Informatie over syntaxis, morfologie en fonologie wordt op een gestructureerde manier gepresenteerd. Op die manier wordt het toekomstig onderzoek naar grammaticale aspecten van het Nederlands en Fries vergemakkelijkt. Het project is een samenwerkingsverband van het Meertens Instituut met het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, de Fryske Akademy en de universiteiten van Leiden en Utrecht met belangrijke financiële steun van NWO.

Resultaten in 2014: Op de Grote Taaldag in Utrecht is het Taalportaal gepresenteerd aan de Nederlandse taalkundige gemeenschap. Het Taalportaal is nog niet af, maar het bevat al veel informatie. Taalkundige onderzoekers uit Zuid-Afrika laten zich voor hun grote taal-infrastructuur-project Viva! inspireren door het Taalportaal. Eind september zijn vijf Taalportaal-medewerkers naar Pretoria geweest om voor de Afrikaanse collega een spoedcursus van een week te verzorgen.

Medewerkers: Ton van der Wouden (projectleider), Hans Broekhuis (onderzoeker), Marc van Oostendorp (onderzoeker), Hans Bennis (onderzoeker), Kathrin Linke (promovendus).

  • Agreementrelaties

Het verschijnsel ‘agreement’ is een centraal thema in de theoretische taalkunde. Bekend is dat agreementrelaties, zoals congruentie tussen subject en persoonsvorm of tussen nomen en adjectief, een grote mate van variatie vertonen. Doel van dit project is inzicht te verkrijgen in de mate en de aard van variatie op dit terrein en de theoretische consequenties daarvan.

Resultaten in 2014: zie de persoonlijke pagina van Hans Bennis elders in dit jaarverslag.

Medewerker: Hans Bennis (onderzoeker).

  • Dynamica van Syntactische Taalveranderingen

In dit project leggen we een verband tussen geografische en temporele patronen (E-taal), verkregen via een kwantitatieve analyse van een taalverandering, en de aard van de taal-interne verandering (I-taal). De bedoeling is kwantitatieve modellen op te stellen en deze te testen met behulp van diachrone corpora.

Resultaten in 2014: twee lezingen, ingediende publicatie (The decline of the passive auxiliary weorðan in the history of English applying Reichenbachian calculus diachronically, Oxford University Press)

Medewerker: Gertjan Postma (onderzoeker).

  • Nederlandse en Nederduitse Taaleilanden in Brazilië

Halverwege de negentiende eeuw vond er massale immigratie vanuit Europa naar Brazilië plaats. Zij stichten boerengemeenschappen in tot dan toe onontgonnen gebieden. De meestal ongeletterde boerengemeenschappen leefden tot de 21ste eeuw in vrijwel compleet isolement. Deze zogenaamde taaleilanden bestaan tot de dag van vandaag. Zij bewaarden veelal de taal van oorsprong, maar er vond door taalcontact ook innovatie plaats. In dit project, bestuderen we de taal van Nederlandse en Nederduitse (Pommerse) gemeenschappen in Brazilië.

Resultaten in 2014: Artikel in tijdschrift, zeven lezingen en veldwerk in Brazilië met Andrew Nevins (betreffende “Cluster V2 and absence of weak tenses in Pomeranian”). Verder heeft Gertjan Postma een projectaanvraag geschreven met Hans Bennis over Zeeuws in Brazilië. Postma heeft samengewerkt met Arjan van Westen en Monique Schoutsen aan de documentaire Braziliaanse Koorts.

Medewerkers: Andrew Nevins (University College London en UFRJ), Gertjan Postma (onderzoeker), Kathy Rys (Universiteit van Antwerpen), Elizana Schaffel (UFES).