Thema De relatie tussen sociale, geografische en diachrone diversiteit in cultuur

Het onderzoek in dit thema richt zich op de vraag hoe verandering en continuïteit in culturele verschijnselen zich precies verhouden tot externe factoren, tot hun sociale en ruimtelijke diversiteit. Uitgangspunt in dit thema is de stelling dat mensen door en door sociaal zijn.

In 2014 werd het Amsterdam Center for European Ethnology (ACEE) opgericht: een nieuw, internationaal podium dat het onderzoek en onderwijs op het terrein van de Europese Etnologie wil stimuleren. In totaal werden vier essaybundels uitgebracht, twee op het gebied van erfgoedbeleid en de naoorlogse wederopbouw (co-editor Sophie Elpers) en twee op het gebied van zintuigen- en emotiegeschiedenis (co-editor en editor Herman Roodenburg). Dr. Valdimar Hafstein (University of Iceland, KNAW visiting professor) was als gastonderzoeker zes maanden aan de themagroep verbonden.

Projecten

  • Nederlandsheid

Na de aanslagen op 09-11 en de politieke moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh lijkt het begrip ‘Nederlandsheid’ nieuw leven ingeblazen te zijn. In politieke, intellectuele, artistieke en commerciele kringen zijn nieuwe invullingen aan het begrip ‘Nederlandsheid’ gegeven. Het onderzoek naar het concept ‘Nederlandsheid’ gebeurt op basis van veldwerk, archiefonderzoek en interviews/enquêtes. Ook zal gekeken worden naar het emotionele vocabulaire dat parlementariërs hanteren in relatie tot ‘Nederlandsheid’.

Resultaten in 2014: Er verschenen vier (wetenschappelijke) artikelen in een tijdschrift. Peter Jan Margry schreef twee bijdragen voor NRC Handelsblad Verder verschenen er twee hoofdstukken in een boek, waaronder de bijdrage van Peter Jan Margry in de bundel Oranje Onder : Populair Orangisme van Willem van Oranje tot nu (Prometheus/Bert Bakker). Onderzoekers namen deel aan en spraken op de 13th EASA Biennial Conference Collaboration, Intimacy & Revolution – innovation and continuity in an interconnected world in Tallinn, Estonia. Er werd een expertmeeting De “Nederlandsheid” van Nederland. Constructies van het nationale in een neoliberale wereld georganiseerd. Markus Balkenhol en Irene Stengs spraken tijdens de debatavond Moving Traditions: The Story of Zwarte Piet in Amsterdam. Er werden enkele stagiairs en studenten begeleid en lezingen gegeven. Sophie Elpers heeft twee wetenschappelijke bijeenkomsten georganiseerd (waaronder de expertmeeting samen met Markus Balkenhol). Markus Balkenhol heeft vier wetenschappelijke bijeenkomsten (mede-)georganiseerd (de expert meeting samen met Sophie Elpers, een panel op de EASA conferentie, een internationale workshop in het kader van de H2020 aanvraag, en de Advanced Humanities Group bijeenkomst). Een Horizon 2020 aanvraag van de projectgroep (deadline juni 2015) is sinds 2014 in bewerking, een andere aanvraag (NWO) waaraan de projectgroep in 2014 heeft gewerkt, is afgewezen. Sophie Elpers heeft een website voor het project ‘Nederlandsheid’ gebouwd, zij heeft 5 interviews (media) gegeven en was adviseur bij een kleine tentoonstelling over Zwarte Piet in het Rijksmuseum.

Nauw verbonden aan het project zijn de activiteiten van Sophie Elpers op het gebied van immaterieel erfgoed. Zij heeft actief deelgenomen aan de vergaderingen van de toetsingscommissie Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed die in 2014 hebben plaatsgevonden en zij was discussant tijdens drie professionele ronde tafelgesprekken over het erfgoedbeleid van Nederland. Bovendien gaf zij wetenschappelijk advies aan het VIE (commissie: Albert van der Zeijden, Hester Dibbits, Hendrik Henrichs en Sophie Elpers). Tevens heeft zij de VN delegatie te woord gestaan tijdens haar bezoek in Nederland naar aanleiding van het Zwarte Piet debat. Zij heeft een hoor- en werkcollegereeks over immaterieel erfgoed en volkscultuur aan de Reinwardt Academie en een gastcollege over de ICH-UNESCO-conventie aan de UU (Humanities College) gegeven. Bovendien was zij spreker tijdens een informatiebijeenkomst van het VIE over erfgoedplannen.

Markus Balkenhol was in 2014 gedetacheerd bij ImagineIC voor het mede-oprichten van een tentoonstelling over de sociale en culturele geschiedenis van Amsterdam Zuidoost. Hiervoor heeft Balkenhol het verhaallijn geschreven, hij was mede-auteur van de tentoonstellingsteksten, en hij heeft de collectie/het archief mede verzameld. De tentoonstelling is participatief verzameld, een vernieuwende verzameltechniek met als doel het erfgoed van “gewone mensen” een plek te geven in de museale wereld. Deze tentoonstelling is in maart 2015 geopend, waarbij het Meertens Instituut als partner expliciet werd genoemd. Markus Balkenhol heeft verder twee radio-interviews en een kranteninterview gegeven. Zie verder bij de deelprojecten.

Medewerkers: Herman Roodenburg (projectleider), John Helsloot (onderzoeker), Peter Jan Margry (onderzoeker), Irene Stengs (onderzoeker), Marc van Oostendorp (onderzoeker), Sophie Elpers (postdoc), Markus Balkenhol (postdoc).

  • Deelproject van Nederlandsheid: Het Unox-effect. Het bedrijfsleven en de branding van ‘Nederlandsheid’.

Het project gaat over commercialisering in de recente herontdekking van het ‘nationale’. Het stelt de rol van het bedrijfsleven centraal. Door middel van etnografisch onderzoek wordt nagegaan hoe representaties van het ‘nationale’ door bedrijven in Nederland geconstrueerd en in werking gezet worden en welke effecten dit heeft.

Resultaten in 2014: Sophie Elpers heeft 6 lezingen gegeven. Zij was editor van een boek en van een special issue (beide verschenen in 2014), die – vanuit verschillende perspectieven – aandacht besteden aan processen van nationalisering en commercialisering. Bovendien zijn er een wetenschappelijk artikel (peer-reviewed), een wetenschappelijke inleiding (special issue) en een recensie gepubliceerd. In een artikel over het nieuwe onderzoeksplan van het Meertens Instituut (samen met Hans Bennis) komt het project ‘Nederlandsheid’ tevens naar voren. Een abstract voor een wetenschappelijk artikel The secret of HEMA”. The commercialization of “Dutchness” between neo-nationalism and political correctness is goedgekeurd en het artikel is in bewerking. Een ander abstract voor een artikel over dorpen als symbolen van ‘Nederlandsheid’ en het abstract voor de lezing The ‘Dutch’ home in the countryside. Rural architecture as symbol of the nation zijn tevens goedgekeurd.

Medewerker: Sophie Elpers (postdoc).

  • Deelproject van Nederlandsheid: National Geography

De vraag van het project was in eerste instantie op welke manier het maken van land een topos vormt in narratieven van de Nederlandse natie. In de loop van het jaar is deze vraagstelling gaandeweg uitgebreid naar een bredere focus op cultureel erfgoed en burgerschap, met bijzondere focus op diaspora, ras/racisme, kolonialisme, migratie en religie.

Resultaten in 2014: Markus Balkenhol heeft zeven lezingen gegeven, waarvan vijf voor een wetenschappelijk publiek en twee voor een breder publiek. Er is een recensie gepubliceerd. Balkenhol heeft twee artikelen voorbereid, waarvan een in 2015 verschijnt (peer reviewed) en een op dit moment gereviewed wordt (peer reviewed). Daarnaast verschijnen er twee hoofdstukken (“Affective Formations”, In: Sense and Essence. Politics and Aesthetics in Heritage Formations, red. Birgit Meyer en Mattijs van de Port, en “The nativist triangle: religion, race, and sexuality in the Netherlands.” in: The culturalization of citizenship. Autochthony and belonging in a globalizing world, ed. Jan Willem Duyvendak en Evelien Tonkens). Hij heeft in 2014 zijn redacteurschap bij het tijdschrift Etnofoor voortgezet. Hij heeft een nieuw EASA netwerk opgericht (ARE – the anthropology of race and ethnicity), en is bestuurslid van de antropologen beroepsvereniging (ABV). Hij was lid van de stuurgroep van de Advanced Humanities Group. Hij heeft vier gastcolleges gegeven in Amsterdam en Groningen. Hij was adviseur bij een project over racisme in Nederland van Critical Mass, en hij is lid van het “mapping slavery” netwerk.

Medewerker: Markus Balkenhol (postdoc).

  • Feestcultuur in Nederland

Onderzoek naar ‘Hedendaagse feestcultuur in Nederland’. Uitgangspunt hierbij is diversiteit: Nederland als multiculturele samenleving. Door middel van etnografisch/antropologisch onderzoek worden aan de hand van feesten en rituelen relevante maatschappelijke, historische en culturele ontwikkelingen aan de orde gesteld. Veldwerk vormt de basis van dit onderzoek. Vragen als wie bepaalde feesten en rituelen vieren, en waarom en hoe, kunnen daarmee op empirisch onderbouwde wijzen beantwoord worden. Het onderzoek richt zich zowel op vieringen die door bepaalde groepen (etnisch, regionaal, sociaal) als betekenisvol (identiteit/erfgoed) worden beschouwd, als nieuwe publieke rituelen (festivals, dance feesten, herdenkingen) en de rol van media en celebrity cultuur hierbij.

Resultaten in 2014: Irene Stengs schreef het artikel In Conversation: Sacred Waste in het tijdschrift Material Religion. Verder was zij opponent bij de promotie van William Arfman. Ze gaf lezingen en was supervisor van een masterscriptie.

Medewerker: Irene Stengs (onderzoeker).

  • Erfenis van het verlies? Wederopbouwboerderijen en de culturele omgang met traditie, modernisering en de Tweede Wereldoorlog

Het betreft een studie naar het spanningsveld tussen traditie en modernisering bij de wederopbouw van de in de Tweede Wereldoorlog verwoeste boerderijen en naar de belevingen daarvan door verschillende generaties. Vragen die hierbij gesteld worden zijn: Hoe ontstond dit spanningsveld tussen modernisering en traditie, welke krachten werkten daarin en in welke vorm kwamen deze tot uitdrukking? Hoe werd het spanningsveld door de direct betrokkenen ervaren? Hoe werden en worden de belevingen door de generaties heen doorgegeven en hoe veranderen de betekenistoekenningen in de perceptie van verschillende generaties? In hoeverre en hoe werd en wordt het spanningsveld tussen traditie en modernisering bij de wederopbouw door de betrokkenen toegeschreven aan de Tweede Wereldoorlog en de dikwijls traumatische ervaringen van verwoesting en verlies? Het project is qua discipline zowel historisch als etnologisch georiënteerd en kent raakvlakken met de architectuurgeschiedenis, de landbouwgeschiedenis en met erfgoedstudies. Project in samenwerking met: NIOD, ICG.

Resultaten in 2014: Sophie Elpers heeft het proefschrift op 24 januari verdedigd. De handelseditie van het proefschrift, waarvoor de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed financiële ondersteuning heeft toegezegd, is in voorbereiding. Verder is er een wetenschappelijke publicatie (peer-reviewd) verschenen en een ander wetenschappelijk artikel is in voorbereiding. Naar aanleiding van het proefschrift werd Sophie Elpers in 2014 editor van de Encyclopedia of Vernacular Architecture of the World – part on symbolism and decorations, een meerjarig groot publicatieproject dat geleid wordt door Marcel Vellinga (Oxford). Naar aanleiding hiervan en tevens naar aanleiding van het project ‘Nederlandsheid’ heeft Sophie Elpers het panel Symbolism in vernacular architecture – vernacular architecture as symbol georganiseerd dat in 2015 op de SIEF-conferentie in Zagreb gehouden zal worden. Zij heeft meerdere interviews gegeven voor verschillende media en 9 lezingen gegeven, waaronder 3 publiekslezingen en 6 wetenschappelijke lezingen (meerdere internationaal als invited lectures of keynotes). Bovendien heeft zij regelmatig informatie over wederopbouwboerderijen en historische bronnen over wederopbouwboerderijen verstrekt (o.a. aan monumentenzorg op nationaal [Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed], regionaal en lokaal niveau) en een gastcollege (UvA) gegeven.

Medewerker: Sophie Elpers (postdoc).

  • COMPAring floor plan lay-out of REconstructed Dutch farmhouses of the 1940s and 1950s, using visualization and pattern recognition techniques (2014-…)

In het project staat het herkennen en ordenen van plattegronden met behulp van innovatieve patroonherkenningssoftware, digital image processing en visualisatietechnieken centraal. Als case dienen vragen rond de ontwikkeling van de boerderijbouw in de wederopbouwperiode, een periode die van essentieel belang was voor de ontwikkeling van de boerderijbouw en de landbouw in het algemeen. Terwijl vragen naar modernisering en traditie bij de wederopbouw van boerderijen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog recentelijk in het proefschrift van Sophie Elpers (Meertens Instituut) met behulp van kwalitatief bronnenonderzoek zijn behandeld, is het nu de bedoeling de vragen met behulp van een kwantitatieve methodiek te beantwoorden. Daartoe wordt een dataset uit het archief van het Bureau Wederopbouw Boerderijen (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) gedigitaliseerd. De dataset betreft een keuze uit 7700 plattegronden van nieuwe wederopbouwboerderijen uit de periode tussen 1940 en 1955 en uit evenveel reconstructieschetsen van de in de oorlog verwoeste oude boerderijen. Zonder computer is het niet mogelijk alle 7700 documenten te vergelijken, ordenen en analyseren. We maken daarom gebruik van, en ontwikkelen nieuwe, innovatieve patroonherkenningssoftware, digital image processing en visualisatietechnieken om de volgende vragen te kunnen beantwoorden: Werden het zogenoemde ‘streekeigen bouwen’ en de ordeningsprincipes die daarmee samenhingen behouden? In hoeverre werden het streekeigene en een nieuwe moderne boerderijbouw gecombineerd? Leenden zich bepaalde onderdelen van boerderijen eerder om tradities te behouden dan andere? Welke nieuwe boerderijvormen werden gebouwd? Wat veranderde er tijdens de wederopbouwperiode? Zijn ook er algemene structurele patronen te herkennen en regels te extraheren? Project in samenwerking met: RCE, BBA (Utrecht), WMC, Universiteit Tilburg, VU, RMIT (Delft).

Resultaten in 2014: Sophie Elpers en Patricia Alkhoven hielden een presentatie van het project bij het KNAW/CLICKNL event. Ze organiseerden een expertmeeting met BBA, RCE, UvA, TUD (doelen stellen, samenwerking tot stand brengen). In de periode juni – juli vond de selectie en het scannen van testset van ca. 1000 boerderijen plaats, in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Op 26 juni hield Sophie Elpers de lezing Generative concepts in vernacular architecture tijdens de e-Humanities workshop Stability and Variation. In november werd het abstract paper COMPARE: strategies for analysing plans of vernacular architecture (Patricia Alkhoven) goedgekeurd, deze wordt gehouden op het SIEF congres in Zagreb in juni 2015. Sophie Elpers en Patricia Alkhoven hebben meerdere beschrijvende stukjes over het project geschreven, o.a. voor de nieuwsbrief van de Stichting Het Nederlandse Interieur. Een artikel ‘deskresearch’ (Patricia Alkhoven) is in concept af. De praktische testen zijn uitgesteld naar 2015.

Medewerkers: Sophie Elpers (postdoc) en Patricia Alkhoven (projectleider).

  • Past matters – Slavery, emplacement and the body politic in the Netherlands

In de afgelopen decennia is de trans-atlantische slavernij steeds meer onderdeel geworden van de geformaliseerde nationale herinneringscultuur in Nederland. Er zijn nu een aantal monumenten, de slavernij is onderdeel van een nieuw samengestelde historische canon, en er is een onderzoeksinstituut voor onderzoek naar slavernij. Dit project onderzoekt hoe en waarom deze omwentelingen plaats hebben gevonden. Specifiek wordt in het project gekeken naar de manieren waarop het verleden vorm krijgt. Aan de ene kant refereert dat aan de veranderende belangstelling voor slavernij in politieke dynamieken van representatie, of de manier waarop slavernij vormt krijgt in het politieke domein. Aan de andere kant staat in deze processen de vraag centraal hoe het verleden materiële vorm aanneemt – in specifieke gebouwen of, in een bredere zin, de architectuur en de ordening van de urbane ruimte in de voormalige koloniale metropool, in monumenten, en begraafplaatsen, maar ook in het eten, in kleding, of in het lichaam zelf en in

Door te kijken naar de manieren waarop het verleden vorm krijgt in Nederland draagt het project bij aan recent onderzoek naar materiele cultuur. Het zal tot een beter begrip komen van hoe nieuwe vormen politieke subjectiviteit voort komen uit een ensemble van processen van dekolonisatie, de formatie van cultureel erfgoed en een veranderende politics of belonging in Nederland. Dit PhDproject is onderdeel van het onderzoeksprogramma Heritage Dynamics. Politics of Authentication and Aesthetics of Persuasion in Brazil, Ghana, South Africa and the Netherlands, een cooperatie tussen de Vrije Universiteit Amsterdam, het Meertens Instituut en internationale partners in Ghana, Zuid-Afrika en Brazilïe. Het project wordt gefinancierd door de NWO. Project in samenwerking met: Vrije Universiteit Amsterdam.

Resultaten in 2014: Markus Balkenhol promoveerde op 16 mei 2014 (cum laude) op het proefschrift Tracing slavery: An ethnography of diaspora, affect, and cultural heritage in Amsterdam).

Medewerker: Markus Balkenhol (postdoc).

  • Implicit Religion

Onderzoek naar min of meer verborgen of impliciete vormen van religiositeit in het dagelijks leven, welke niet uit traditionele, kerkelijke vormen van religie (lijken te) voort te komen (bijv. civil religion, stilte, nrm’s).

Resultaten in 2014: Peter Jan Margry schreef het boek Bloed Kruipt! Over de Culturele Hemoglobine van de Samenleving (Amsterdam: AUP, 2014;) en hield zijn oratie aan de Universiteit van Amsterdam. Verder verscheen het wetenschappelijk artikel To Be or Not to Be… a Pilgrim. Spiritual Pluralism along the Camino Finisterre and the Urge for the End in de bundel Religiosität und Spiritualität. Fragen, Kompetenzen, Ergebnisse (Münster: Waxmann).

Medewerkers: Peter Jan Margry (onderzoeker).

  • Memorialization, Self and Society

Binnen dit project wordt onderzoek gedaan naar de betekenissen en de religieus-rituele en politieke dimensies van processen van ‘memorialisering’ rond personen, zaken of gebeurtenissen in de hedendaagse Westerse samenleving.

Resultaten in 2014: Peter Jan Margry schreef het artikel UNESCO en de paradox van bescherming. Immaterieel erfgoed in Nederland, in het tijdschrift Ons Erfdeel. In NRC Handelsblad verscheen het artikel Uitvaartbedrijf is toch geen cultureel erfgoed (1 juli 2014).

Medewerkers: Peter Jan Margry (onderzoeker), C. Sánchez-Carretero (Spanish National Research Council).

  • Shrines and Pilgrimage

Etnologisch en historisch onderzoek naar heilige plaatsen, de verering van personen en objecten en bedevaart en pelgrimage en de samenhangende materiële cultuur in de Nederlandse en Westerse samenleving.

Resultaten in 2014: Peter Jan Margry schreef het artikel Whiskey and Pilgrimage: Clearing up Commonalities, in het tijdschrift Tourism Recreation Research. Hij schreef verder de bijdrage Het Martelveld te Brielle. De creatie van een sacraal katholiek baken in het ‘protestants’ Hollandse landschap in het boek Tot stantvastighijt in haer gelooff. De Martelaren van Gorcum: geestelijken in Gorinchem – slachtoffers in Den Briel – heiligen in Rome (Gorinchem: Historische Vereniging Oud Gorcum). Met Jeroen Brenninkmeijer e.a. schreef hij het boek Stilte in de stad. Beleving van de Stille Omgang in Amsterdam (Amsterdam: Gezelschap SO). Hij schreef het hoofdstuk Worst en eieren en de rijksgrens, in de Meertens nieuwjaarsuitgave De Kaartenbank. Over taal en cultuur (Amsterdam: AUP).

Medewerker: Peter Jan Margry (onderzoeker).

  • Deelproject Shrines and Pilgrimage: Apparitions in Contestation

Onderzoek naar rand-katholieke groepen en bewegingen die zich met name concentreren rond (niet-erkende) devoties en Mariaverschijningen en die zich op contestatief-heterodoxe wijze articuleren in geschriften, via boodschappen of door optredens en zich daarbij vooral verzetten tegen modernistische thema’s en ontwikkelingen in kerk en samenleving.

Resultaten in 2014: Oral history project Vrouwe van Alle Volkeren; stage en rapport Tessa Verloren.

Medewerker: Peter Jan Margry (onderzoeker).

  • Embodied Emotions: Mapping Bodily Expression of Emotions from a Historical Perspective

De lichamelijke expressie van emoties wordt vaak als universeel gezien. Met dit project willen Herman Roodenburg, Inger Leemans (VU), Kristine Steenbergh (VU) en Erika Kuijpers (e-Science Centre) een beter inzicht verwerven in de lichamelijke ervaring van emoties in Nederlandse toneelstukken van de zeventiende en achttiende eeuw en deze emoties vergelijken met ‘body maps’ van emoties in onze eigen tijd. Uitgangshypothese is dat historische opvattingen hoe het lichaam en de emoties functioneerden de basis hebben gevormd van een geheel andere classificatie van (primaire) emoties en van een andere lichamelijke ervaring van emoties. Samenwerkend met het e-Science Centre zullen de onderzoekers verkennen hoe Digital Humanities kunnen worden ingezet in het onderzoek naar de expressie van emoties in vroeg-moderne toneelstukken. Project in samenwerking met de Vrije Universiteit en het e-Science Center.

Medewerker: Herman Roodenburg (onderzoeker).

Resultaten in 2014: Het project is in 2014 van start gegaan.