Hij daalde in gedachten de trap af naar de
koffieruimte, haalde een kop koffie aan het loket, ging zitten, voorop een stoel, roerend in zijn koffie, zonder
aandacht te besteden aan het gepraat om hem heen, bedacht zich en verliet met zijn kop in zijn hand de ruimte weer,
de trap op.
(deel 4, 942)
Fotografie: Cor Mooij
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut