Dirix & Augustinus

Indringers in de werkwoordsgroep: het Afrikaans in vergelijking met het Nederlands en het Duits

Peter Dirix & Liesbeth Augustinus (KU Leuven)

 

Het Binnengermaans wordt gekarakteriseerd door de vorming van werkwoordsgroepen op de tweede zinspool die gescheiden zijn van niet-verbale elementen. De constructies in (1), (2) en (4) bevatten een reguliere werkwoordsgroep in resp. Nederlands, Afrikaans en Duits. De werkwoordsgroep met pseudocoördinatie uit (3) treffen we enkel aan in het Afrikaans.

 

  • NL … als iedereen vegetarisch zou gaan eten (OpenSoNaR)
  • AF … dat hulle daar kan gaan woon. (Korpusportaal)
  • AF … dat die werkers daar staan en braai met biere (Korpusportaal)
  • DE … ob er den Schlüssel zum Haus nichthat finden können. (Google)

 

Donaldson (1993), Ponelis (1993) en De Vos (2006) geven aan dat in het Afrikaans mogelijk is de werkwoordsgroep te onderbreken met niet-werkwoordelijke elementen, zoals in (5-6).

 

  • AF Dat sy seker moet ’n woonstel koop. (Ponelis 1993)
  • AF Daar sal altyd iemand sit en boeke lees. (De Vos 2006)

 

In de literatuur is er echter onenigheid over welke indringers de werkwoordsgroep kunnen doorbreken. Volgens Donaldson (1993) en De Vos (2006) is doorbreking enkel mogelijk door indringers die uit één woord bestaan, terwijl Ponelis (1993) en Robbers (1997) ook doorbreking door volledige NP’s en PP’s vermelden. Verder is het onduidelijk in welke mate doorbreking van de werkwoordsgroep optioneel of verplicht is in het Afrikaans.

Om een accuraat beeld te krijgen van mogelijke indringers in Afrikaanse werkwoordsgroepen hebben we een corpusonderzoek uitgevoerd. De resultaten tonen aan dat in geschreven Afrikaans scheidbare partikels, kale naamwoorden en predicatief gebruikte adjectieven in beide types werkwoordsgroepen de meest voorkomende indringers zijn. Verder blijkt er een belangrijk verschil te zijn tussen reguliere werkwoordsgroepen en clusters met pseudocoördinatie. Voor de eerste groep is doorbreking optioneel voor elk type indringer. Voor werkwoordsgroepen met pseudocoördinatie is clusterdoorbreking verplicht in een aantal gevallen, bijvoorbeeld indien er een direct object of een predicatief adjectief bij het werkwoord staat, en onmogelijk in andere gevallen.

In het Nederlands en het Duits wordt doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep over het algemeen minder aanvaard, maar empirische studies hebben aangetoond dat in informeel taalgebruik doorbreking niet ongewoon is (Augustinus 2014, Hendriks 2014, Dubenion-Smith 2010). We vergelijken de resultaten voor het Afrikaans met die voor het Nederlands en het Duits.

 

Bibliografie

Augustinus, Liesbeth & Van Eynde, Frank (2014) “Looking for Cluster Creepers in Dutch Treebanks. Dat we ons daar nog kunnen mee bezig houden” In: Computational Linguistics in the Netherlands Journal 4: 149-170.

De Vos, Mark (2006) “Quirky verb-second in Afrikaans: complex predicates and head movement.” In: Jutta Hartmann, László Molnárfi (red.): Comparative Studies in Germanic Syntax: From A(frikaans) to Z(urich German). John Benjamins, Amsterdam/Phildelphia.

Donaldson, Bruce C. (1993) A Grammar of Afrikaans. Mouton de Gruyter, Berlijn.

Dubenion-Smith, Shannon A. (2010) “Verbal Complex Phenomena in West Central German: Empirical Domain and Multi-Causal Account.” In: Journal of Germanic Linguistics 22.2: 99-191.

Hendriks, Lotte (2014) “Variation in verb cluster interruption” In: Linguistics in the Netherlands 2014: 53-65.

Ponelis, Fritz (1993) The Development of Afrikaans. Peter Lang, Frankfurt am Main.

Robbers, Karin (1997) Non-finite Verbal Complements in Afrikaans: A Comparative Approach. Holland Academic Graphics, Den Haag.