elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: lulmeier

lulmeier , lulmaier , zie: kletsmaier.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
lulmeier , lullemeier , kletsmajoor.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
lulmeier , lulmeier , zie lulla
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
lulmeier , lullemeier , lulmeier , zie: lulla.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
lulmeier , lullemaajer , kletser, iemand die kletspraat verkoopt , gij ben’d’unne grwôôte lullemaajer = jij verkoopt alleen maar kletspraat, alles wat jij vertelt slaat nergens op, het is allemaal onzin-
Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal