Woord: wenkbrauw
wenkbrauw , wensbrouwen , wijnsbrouwen
, ook wijnsbrouwen = wenkbrauwen. Beide eerste woorden bezigden ook onze oude Schrijvers. Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk. |
wenkbrauw , wienbroagen
, wenkbrauwen. Zie: broagen. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
wenkbrauw , wijnbrauw , wijnbreeuw , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, Wenkbrauw. || Hij heb temet gien wijnbreeuwen. Een Oostzaner Boer, zijnde een Robust Carel, … gehaerd zijnde als een tweden Valenteyn of Wildeman, vol hayr aen weynbrauwen, ruyg aan de oog-schelen, SOETEBOOM, Ned. Ber. 47. – Evenzo elders in Holl.; eertijds ook in de schrijftaal (b.v. VAN BERESTEYN, Marc. Aurelius 197 a; BREDERO, Werken 1, 45 en 312; Staten-Bijbel, Levit. 14, 9). Ook in het Stad-Fri. zegt men wijnbrauw. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
wenkbrauw , wienbroage
, als enkelvoud van wienbroagen*, vindt men terug in Leviticus 14 vs. 9 als “wijnbrauw” en bij Kil. als “wimp-brauwe”, “wijn-brauwe”, (met nog zes andere schrijfwijzen.) Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
wenkbrauw , winkbrouw
, wenkbrauw. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
wenkbrauw , wienbrauw , wiembrauw , [zelfstandig naamwoord]
, ook: wienbrauw (Westerkwartier) =wenkbrauw. , (Westerkwartier) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
wenkbrauw , wimbraauwen , [zelfstandig naamwoord]
, wìnkbraauwen. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
wenkbrauw , winkbraauw , wimbraauw , [zelfstandig naamwoord]
, ook: wienbraauw (Hogeland en Westerkwartier) =wenkbrauw. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
wenkbrauw , woinbreêuw , zelfstandig naamwoord
, Verouderd voor wenkbrauw. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
wenkbrauw , wenkbrauw , 0
, wenkbrauwen , wenkbrauw Hie hef zwaore wenkbrauwen (Emm), Hie trök de wenkbrauwen op (Bal), Hij scheurde deur de bochte mit de wenkbrauwen over de grond van een motorrijder (Vle) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
wenkbrauw , wenkbrauwe
, wenkbrauw Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
wenkbrauw , winkbrauwe , wenkbrauwe , zelfstandig naamwoord
, de; wenkbrauw Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
wenkbrauw , wenksbrauw , wijnsbrauw , zelfstandig naamwoord
, wenksbrauwe, wijnsbrauwe , wenksbrauwchie, wijnsbrauwchie , [veroud] wenkbrauw Ook wijnsbrauw [O] Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
wenkbrauw , weenkbroûw , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, weenkbroûwe , - , wenkbrauw Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
wenkbrauw , wenkbrauwe , zelfstandig naamwoord
, wenkbrauw. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
wenkbrauw , winkbroew , vrouwelijk
, winkbroewe , wenkbrauw Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
wenkbrauw , wînkbraw , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, wînkbrawwe , wenkbrauw Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
wenkbrauw , wèndsbraawe , zelfstandig naamwoord, meervoud
, WBD III.1.1:74 'windsbrauwen' = wenkbrauwen; ook: 'wenksbrauwen' Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |
wenkbrauw , winkbrauw
, wenkbrauw Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |