Woord: volleerd
volleerd , vollierd
, volleerd. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
volleerd , volleerd , [bijvoeglijk naamwoord]
, n volleerde bedraiger. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
volleerd , volliërdj , bijvoeglijk naamwoord
, volliërdje , volleerd Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |