Woord: vertelsel
vertelsel , vertelster
, (= vertelling) = sprookje; ze’k joe ’n vertelster vertellen? Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
vertelsel , vertelselke
, verhaaltje. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
vertelsel , vertezzel , zelfstandig naamwoord onzijdig
, n Vertezzeltje van merezzeltje = de een of andere vertelling. || vertelster , (Hogeland en Westerkwartier) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
vertelsel , vertélsel , onzijdig
, vertélsels , leugen(s), kletspraat. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
vertelsel , vertelseltien , zelfstandig naamwoord
, et; vertelsel, verhaaltje Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
vertelsel , vertelselke , zelfstandig naamwoord, onzijdig
, vertelselkes , - , verhaaltje , VB: 'Allê, nog èi vertelselke vuur dat v'r sjlaope goën', bëdelde Pieke. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
vertelsel , vertelseltje
, verhaaltje. Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier. |
vertelsel , vertèlsel , zelfstandig naamwoord
, vertèlsels , vertèlselke , verhaaltje ook verhaôl zie ook les Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
vertelsel , vertèlselke , vertélselke
, vertèlselkes/vertélselkes , (verkleinwoord), eerste vorm Nederweerts, Ospels; tweede vorm Weerts (stadweerts), Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern); verhaaltje Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
vertelsel , vertèssel , zelfstandig naamwoord
, "vertelsel, verhaal; vertèsselkes (Heerkens SVD), naam van een gedichtenbundeltje; Vertelt dan is gaauw in vertesseltje"". (Naarus; ps. v. Bernard de Pont; in: Groot Tilburg 1941; CuBra); Henk van Rijen - 'vetèssel'; Stadsnieuws - Ge moet hier naa gin vertèsselke gòn ophange ik gelêûf oe vur ginne sènt. (280310) Je moet hier nou geen fabeltje gaan vertellen ik geloof je absoluut niet. WBD III.3.1:252 'vertesseltje’ = sprookje" Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |