Woord: verslimmeren
verslimmeren , verslummere
, slecht worden b.v. bij een ziekte. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
verslimmeren , verslimmern , [werkwoord]
, 1 erger worden. De kwoal verslimmert.; 2 erger maken. Dat verslimmert de kwoal. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |