Woord: verschandaliseren
verschandaliseren , verschandelizeere
, vernielen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
verschandaliseren , verschandoalizaaiern , [werkwoord]
, vernielen, bederven. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
verschandaliseren , verschendeleziêre
, kapot maken, vernielen. [Ove] Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
verschandaliseren , versjangeleiere
, versjangeleierde, haet of is versjangeleiert , beschadigen, toetakelen, bederven. Wae haet dich zoo versjangeleiert: wie heeft jou zo toegetakeld? Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
verschandaliseren , verschandeliezeere , werkwoord
, vernielen, beschadigen. Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek |
verschandaliseren , verschandaliseren , zwak werkwoord, overgankelijk
, (Zuidwest-Drenthe) = te schande maken Tut het volk op een zundagmörgen uut de karke kwamp en hum in het hokke vund; net zo verschandaliseerd as de scheuper veurzegd har (...) en dood (po) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
verschandaliseren , verschandeliseren , verschenneleseren , werkwoord
, te schande maken; beschadigen, beschadigd raken, aantasten, aangetast raken Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
verschandaliseren , verschandelezeere , werkwoord
, verschandalezeer, verschandelezeerde, verschandelezeerd , verknoeien Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
verschandaliseren , versjandelere , versjendelere , werkwoord
, versjandeleerde, versjandeleerd/versjendeleerde, versjendeleerd , beschadigen , versjendelere; toetakelen versjandelere VB: Noé bis te sjoen versjandeleerd mêt d'n kemunie mêt dy päor tan oét; versjendelere Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
verschandaliseren , verschandaliseren
, beschadigen (O.-Veluwe). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
verschandaliseren , [toetakelen] , versjangelere
, versjangeleertj, versjangeleerdje, versjangelee , verknoeien, bederven, toetakelen , Hae zoeag t’r versjangeleerdj oet wie d’r op zie gezicht gevalle waas. Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
verschandaliseren , verschandelisere
, verschandeliseerde – verschandeliseerd , vernielen Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |