elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: verlichting 

verlichting  , verleegting , verlichting.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
verlichting , verlichting , verlochting , 0 , Ook verlochting (Zuidwest-Drenthe, zuid) = verlichting, verademing, leniging Het was een verlichting veur de mister dat dende van schoel of gung (Sle), Dei pillen gaven eerst wat verlichting, man naotied weurd het aal slimmer (Bov). Voor verlichting verlichting, licht z. bij verlochting
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
verlichting , verlochting , 0 , verlochtings , Var. als bij locht = verlichting Die fietse, daor zat gien verlichting op (Klv), De verlichting deu het nich (Nsch), De verlochting völt uut en het was pikkedonker (Ruw)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
verlichting , verlichtige , (Kampereiland, Kamperveen) verlichting
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
verlichting , verlichting , verlochting , zelfstandig naamwoord , de; het verlichten
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
verlichting , verlochting , zelfstandig naamwoord , de 1. verlichting, het verlochten 2. dat wat dient om te verlochten bijv. D’r was te min verlochting, wat was et d’r donker
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal