elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: toes

toes , toes , [zelfstandig naamwoord] , verwarring, twist. “It geren is iin’ e toes”, het garen is dooreen verward. “De nâbers sind mit malkâr iin ‘e toes”, de naburen zijn onderling in twist. Fri. ties en het w. tiezen, uettiezen, uitpluizen. Kil. teesen, carpere, vellicare. Angels. tiesan. Eng. to tease. Scho. tousle. Vertoesd, bedremmeld. Toesterig, wrevelig, knorrig. Eng. testy. Scho. toustie, z. W.Scott, [....gate], i.p.52.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
toes , toes , boomstronk.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal