elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: stijfkoppig 

stijfkoppig  , stiefköppig , stijfkoppig.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
stijfkoppig , stiefkòppeg , stiefkòpt , [bijvoeglijk naamwoord] , stijfkoppig.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
stijfkoppig , stiefkòppig , stijfkoppig
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal