elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: smeerpoets 

smeerpoets , smeerròtse , smieerròtse , Vuilik (van een meisje of vrouw gezegd).
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
smeerpoets  , smaerpoes , vrouw die niet zindelijk is.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
smeerpoets , smiäärpůtte , vrouwelijk , smeerpoes
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
smeerpoets , smèerpoes , smèerpoets, smèerkanes, smèerpuut, smèertont, smèe , 0 , Ook smèerkanes, smèerpuut (Zuidwest-Drents veengebied, Midden-Drenthe), smèertont (van een vrouw) (Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid), smèerkees (mannelijk), smèerfotse (van een vrouw.) (Zuidwest-Drents veengebied), smèerduus (Zuidwest-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, zuid), smèerkont (Zuidwest-Drents zandgebied), smèerpoete (Zuidwest-Drenthe, noord), smèertoete (Zuidwest-Drenthe, zuid), smèerdoedel (Zuidwest-Drenthe, zuid, van een vrouw), smèerpoedel (Zuidwest-Drenthe, zuid), smèerzak (Zuidwest-Drenthe, zuid) = smerig persoon, viespeuk Wat bin ie een kliederzak, een smèertoete, ...smèertonte (Hgv), Kind, gao je handen ies wassen, wat binj jao een smèerpuut (Bei), Smeertonte is wel speciaal veur een vrouw (Ker), Smeerpuut zegt wij van een vrouw (Wijs), ...van een man (Bov), Ik heb nog nooit zo’n smeerdoedel, ...smeerpoedel eziene! (Noo), Van mannen zegge wij smeerkanes (Vle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
smeerpoets , smeerpoetse , smeerpoets. Ook: smeerdeken, smeerdòdde, smeerkees, smeerkanis, Gunninks woordenlijst van 1908: smeerzak, smiesterd
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
smeerpoets , smeerpoets , smeerpoetse, smeerpoeste, smeerpoes , zelfstandig naamwoord , de; smeerpoets, smerige en slordige persoon
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
smeerpoets , smeerpoetse , zie: smeerdèken.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal