Woord: slet
slet , slet
, tod, luur. Ook wel op een ontuchtig vrouwspersoon toegepast, meer toch op eene slordige vrouw. Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk. |
slet , [lap goed] , slat , (onzijdig)
, lap goed. Bron: Gallée, J.H. (1895), Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect, aanhangsel Twents |
slet , sletje
, zwachtel. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
slet , slat , onzijdig
, dweil, oude lap Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
slet , slat , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, slàtte , slàtjen , oude grove lap; slàtjen, klein meelijwekkend diertje Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
slet , slette
, slet. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
slet , slet , slette , de
, Ook slette (Zuidwest-Drenthe) = 1. slet Een slet(te) is hier een willige jonge meid (Hav), Dat wicht is een slet (Gro) 2. slons (Zuidwest-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, zuid) ...dat ik een wief van niks was, een slet (fa), Wat een slettien van een wiefien (Koe), Het is een slont, ...slet van een wief (Sle) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
slet , sladde , de
, sladden , (Zuidoost-Drenthe, Noord-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid) = kledingstuk van mindere kwaliteit Hej die sladde van een jurk wèer andaon? (Sle), Het wicht har zun dun sladdegie an, het leek naarms op (Rol), Een sladde was een aolde doek vod (Wee), Toen zij die jurk uut ewassen har, was het mar een dun sladdegie (Hav), Wollen schoeden, die (…) de vrouwlu veul liever hebt as gekofte sladdies (ti) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
slet , slette , slätte
, (Gunninks woordenlijst van 1908) 1. slons; 2. lichtekooi. Ook: Gunninks woordenlijst van 1908: slätte (Kamperveen) Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
slet , slette
, slet. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
slet , slette , zelfstandig naamwoord
, de; slet Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
slet , slette , (zelfstandig naamwoord)
, slet. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
slet , slèt , zelfstandig naamwoord
, WBD III.2.2:113 'slet' = zedelijk slecht meisje; WBD III.2.2:115 'slet' = prostituee; WBD III.1.4:109 'slet' = ondeugende vrouw Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |