elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: schabbig 

schabbig  , schebbig , vervallen uitzien.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
schabbig , skabbeg , skabbereg , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord , sjofel, niet netjes
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
schabbig , [armoedig] , sjebbig , sjebbetig , armoedig, sjofel, , T’r sjebbig bieloupe.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal