elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: rozenolie 

rozenolie  , roeëzenaolie , rozenolie.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
rozenolie , rozeneulie , 0 , rozenolie, soort parfum Rozeneulie was rukerij en dat deden ij op de zakdoek of achter het oor (Sle), Rozeneulie wordt ok gebruukt in spielkörven um een zwörm te lokken (Gas), Rozeneulie veur het zachten van een wond (Dal)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
rozenolie , roze-eulie , zelfstandig naamwoord , de; rozenolie
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal