elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: room 

room , room , roome , melk. Hiervan roompot, roomteil enz. Haal de roome eens.
Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk.
room , room , mannelijk , room.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
room  , roum , room van melk.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
room , room , [zelfstandig naamwoord] , Dij de room drinkt, mout ook de vlode melk nemen = die de lusten heeft, draagt ook de lasten.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
room , romme , vrouwelijk , melk goej romme volle melk; vorse romme melk, (vers van de koe); romme mî beschuut melk met beschuit (beschuitenpap); romme mit brök (luîwiêvepap) melk met broodbrokken, luiewijvenpap; De romme optrékke er anders over g
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
room , roum , mannelijk , room. Ich höb leever de roum, ės den aaflaot: ik heb liever de room dan de ondermelk. De roum van de vot aafhöbbe: het ergste achter de rug hebben.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
room , röm , 1) vetlaag op de ongekookte melk; 2) room van de melk.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
room , ròmme , melk; ròmme mi besjutj, melk met beschuiten.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
room , ròòme , zelfstandig naamwoord , melk. Dit woord werd meestal in het meervoud gebruikt. De ròòme zèn zoer. De melk is zuur. Tot aan de komst van de melktanks werden de ròòme naar de C.T.M. (Coöperatieve Tilburgse Melkinrichting) vervoerd in ròmstòòpe. Voor die tijd brachten de ròmkèère de stòòpe naar de melkfabriek St. Adrianus in de Bloemenstraat. Daar werd er boter van gemaakt, later ook kaas. De afgeroomde melk, de zwiers, werd als varkensvoer gebruikt. Karnemelk, de mölk, werd vaak als mölkepap gegeten, met krenten of gedroogde pruimen. Sommigen vonden dat een lekkernij. Mölk was niet altijd verkrijgbaar. Dat ondervonden de vrouwen die met hun stupke (kannetje) een uur lang geduldig hadden staan te wachten voor het kelderraam van het allereerste piepkleine melkfabriekje in de Holstraat - de schoorsteen staat er nog. Na dat duldzame uur opende van Eijken met een zwierig gebaar het kelderraam, riep met forse stem: “Gin mölk vandaog”en gooide het raam met evenveel zwier weer dicht.
Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek
room , room , 0 , room Schep even de room van de melk veur de koffie (Pdh), Room is het beste van de melk (Wsv), Dat muj niet doen, want dan is het roompien der of waarschuwing aan jonge meisjes. Slaat op sex vóór het huwelijk (Rui)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
room , ròmme , melk.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
room , reumpien , in: ’t Reumpien is eròf (gezegd van een ouder wordende vrouw, lett.: de room is eraf)
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
room , room , room
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
room , rómme , melk , Lus’te gi rómme bè de koffie, of zéd'de nie róms mér, ge meug'tem ók zwart hébbe. Lust jij melk bij de koffie, of ben je niet 'rooms', je mag hem ook zwart drinken.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
room , rôôm , zelfstandig naamwoord , 1. melkvet van tenminste 40% vet 2. het beste, het aantrekkelijke De rôôm ister of Het beste is er af
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
room , roûm , zelfstandig naamwoord, mannelijk , - , - , room , VB: Vreuger, wie de keu nog mêt de haand gemèilk woerte, zaogs te de roüm es 'n gèl laog op de mèilk driéve.; vlies (op gekookte melk); roûm; vlies (op gekookte melk) roûm
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
room , [melk] , romme , melk
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
room , [melk] , zoewer romme , karnemelk
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
room , romme , gewoon melk
Bron: Peels-Mollen, J. met werkgroep Weerderheem in Valkenswaard (Ed.) (2007), M’n Moederstaol. Zôô gezeed, zôô geschreeve. Almere/Enschede: Van de Berg.
room , romme , melk
Bron: Peels-Mollen, J. met werkgroep Weerderheem in Valkenswaard (Ed.) (2007), M’n Moederstaol. Zôô gezeed, zôô geschreeve. Almere/Enschede: Van de Berg.
room , rómme , melk
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
room , rôôme , volle melk
Bron: Gast, C. de (2011), ’t Boekske van de Aolburgse taol, Wijk en Aalburg: Stichting behoud Aalburgs dialect.
room , room , 1. room; 2. (verouderd) melk.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
room , rómme, roome , zelfstandig naamwoord, meervoud , melk (Den Bosch en Meierij; Eindhoven en Kempenland; Helmond en Peelland; Land van Cuijk; Tilburg en Midden-Brabant)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
room , roum , vrouwelijk , room , Ei roumtaertje.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
room , raum , (slag)room
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
room , roum , roûm , zelfstandig naamwoord, mannelijk , room
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
room , rôome , zelfstandig naamwoord , "in het Tilburgs is ‘rôome’ altijd ‘volle melk’; koffiemelk; bij Robben ook: de kan met koffiemelk; Cees Robben – Mar zulde de rôôme nie omstôôte... (19580118); - veul rôome in de kòffie. Damen Handschrift (1916) - ""rôome - zoete melk: de rôome zen zuur""; M rôom; 'n boerinneke [...] mee twee eemers versche roome, die ze pas gemolken had, et schuim stond er nog op te broezen. (Jan Jaansen; ps. v. Piet Heerkens svd; ’Oome Teun in den trein’; NTC 16-9-1939); Ik zaag er [paddenstoelen] zô wit as roome, zô gèl als boter, wir aandere zô bruin as peperkoek en vettig blinkend of er ollie over gesmèrd zaat... (Kubke Kladder; ps. v. Pierre van Beek; NTC; Uit ‘t klokhuis van Brabant 3; 23-10-1929); WBD rôome - melk v.h. paard ook genoemd 'zog' of 'biest'; Cees Robben – Vur ’n bietje rôôme.. (19590905); Cees Robben – [de stier spreekt] Ik (...) snoepte van d’n zwiers en ’t gras/ D’n klèèver en d’n rôôme... (19600415); Cees Robben – [Onderwijzer:] As is zeg.. ’t land van boter melk en kaas.. Wè bedoel ik dan... [leerling:] ’t Laand van de rôôme den kneut en de lub, mister... [onderwijzer:] Goed, Gijs... (19701030] ; Cees Robben – Hij zet iedere aovend unne liter rôôme aon zunne kop... (19720121); Cees Robben – Ôôk al is oe rôôme zoer... (19540821); Onze Vadder heej zó dikkels gezeej:/ — waor is zene tèd gebleeve? —wèrkt jonge, zolang agge wèèrke kunt/ beeter rôome kunde nie geeve. (Lechim; ps. v. Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: ‘In et zwêet van oe aonschèèn‘); Allêen de koeie stòn te laache./ Ze zègge: ""Naa koom et pas goed, / omdè iederêen van den èèrmoei/ vort wèl rôome drinke moet."" (Lechim; ps. v. Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: De koeie laache); Audioregistratie 1978 - Bij ons vènte ze rôome, rôome hiet dè, in de straot vènte, èn möllek, dès karnemèlk… (Interview met Heikanters - Transcriptie door Hans Hessels); DANB de rôome spöt öt den èùjer van de koej; Henk van Rijen - vur mèn meude nèt zolang dèddere tòt er rôome van komt - wat mij betreft, mag je wachten tot je een ons weegt; Agge in Tilbörg zègt dègge goed roms zèèt, dan kan dè tweej dinger betêekene. Teegesworreg mènde dan mistentèèds dègge en goej scheut rôome in oew tas kòffie lust. Mar hil wèèneg meense zulle daormeej naa nòg bedoele dèsse persies doen wè de paus van Rôome höllie veròrdeneert. (G. Steijns; Grôot Dikteej van de Tilburgse Taol 2005; WBD III.2.3:134 'room' = room van de melk; Bosch romme - melk; Hees romme, roome (IV:60); A.P. de Bont - Dialekt van Kempenland - 1958 e.v. - znw. mv. (pl.tant.) 'roomen' - melk 'Melk hiet hier rome'; C. Verhoeven - Herinneringen aan mijn moedertaal - 1978 - ROME (roo:me) v - melk, dikwijls mv: d'r romen optrekken, van een koe gezegd die haar melk inhoudt; daarnaast ook van iemand die zich plotseling genoodzaakt ziet een toontje lager te zingen. A.A. Weijnen; Onderzoek dialectgrenzen in Noord-Brabant (1937) - roome = melk (krt.92); Jan Naaijkens - Dès Biks (1992) - 'ròòme' zelfstandig naamwoord - melk"
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
room , roum , room
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal