elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: rimpelen 

rimpelen  , rumpele , rimpelen.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
rimpelen , reempelen , rimpelen
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
rimpelen , rimpeln , [werkwoord] , ‘t pepier rimpelt.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
rimpelen , rumpele , rumpelde, haet of is gerumpelt , rimpelen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
rimpelen , rimpeln , zwak werkwoord, overgankelijk , plooien Met plooien wordt de stof bij mekaar langes legd en met rimpeln hej hele kleine plooigies (Hijk), Vrogger worde de rok mooi an het liefien erimpeld (Koe)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
rimpelen , reempele , werkwoord , reempelde, gereempeld , rimpelen
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
rimpelen , rumpele , rumpeltj, rumpeldje, gerumpeldj , rimpelen , Eine gerumpeldje rok aanhöbbe.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
rimpelen , rumpele , werkwoord , rumpeltj, rumpeldje, gerumpeldj , rimpelen zie ook frunsele
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
rimpelen , rûmpele , werkwoord , rimpelen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal