Woord: rijstepap
rijstepap , [rijst in melk gekookt] , rîstepap , vrouwelijk
, rijstenbrij. Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak |
rijstepap , riestepap
, rijstpap. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
rijstepap , riestepap , vrouwelijk
, rijstepap. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
rijstepap , riestepap , vrouwelijk
, riestepėpke , rijstpap. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
rijstepap , risjepap
, rijstebrij; fréjdes krie:ge we risjepap “vrijdags krijgen we rijstepap”. Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo. |
rijstepap , riestepap , vrouwelijk
, rijstepap , Riestepap mèt kenieël. Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
rijstepap , rèèstepap , zelfstandig naamwoord
, "rijstepap; Van Beek - Rijstepap spreekt men uit met: ""rèèstepap"". (De ij trekt men al sprekend tot èè; de à tot áá.) (Nwe. Tilb. Courant; Typisch Tilburgs afl. XI; 10 jan. 1958); Cees Robben – Bij Petrus aon de rééstepap...! (19550709) [In de Roomse folklore was rijstepap het gerecht dat in de hemel gegeten werd. Het werd gegeten met zilveren lepeltjes en men dronk er ambrozijn bij.]; WBD (III.2.1:430) rèèstepap = randjesbloem (Arabis caucasica)" Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |