Woord: rats
rats , rats
, Rats oetverkoch, volledig uitverkocht. Rats verslete, totaal versleten. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
rats , ritsie! , [tussenwerpsel]
, uitroep om het plotselinge aan te duiden. Ritsie! doar snee e zok in de vinger! Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
rats , ratsj , rats
, radicaal, grondig. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
rats , rats , ratsj
, alles, helemaal; ineens. ’t Is rats op: het is geheel op. ’t Is ratsj ewėch: het is plotseling verdwenen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
rats , rats , mannelijk
, rats. Hae zit in de rats: hij zit in de knel. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
rats , rats
, gâns. Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst. |
rats , rätse
, rats; * in de rätse zitten: in de puree zitten. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
rats , rats
, in in de rats in de benauwdheid Toen de plietsie heur peuk, hebt de aolden wal in de rats zeten (Bov) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
rats , rats , bijwoord
, rakelings, ’T gong ’r rats nèèfenaf. Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur. |
rats , rats , tussenwerpsel
, rats, ter uitdrukking van het geluid van een snel rukkende, trekkende, snijdende of scheidende beweging Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
rats , rats , zelfstandig naamwoord
, de 1. bekend voedsel van soldaten, ratjetoe, bij uitbreiding: stamppot, brouwsel van diverse bestanddelen 2. in in de rats in angst, in ongerustheid Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
rats , ratsj , ratsj! , tussenwerpsel
, roef Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
rats , [helemaal] , rats
, helemaal Bron: Peels-Mollen, J. met werkgroep Weerderheem in Valkenswaard (Ed.) (2007), M’n Moederstaol. Zôô gezeed, zôô geschreeve. Almere/Enschede: Van de Berg. |
rats , rats , bijwoord
, helemaal (Eindhoven en Kempenland) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
rats , rats , ratsj
, helemaal, radicaal , Miene fiets is rats(j) verslete. Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
rats , rats , bijwoord
, helemaal, totaal Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
rats , rats , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, angst, verlegenheid Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
rats , rats , zelfstandig naamwoord
, WBD III.1.2:260 'aan de rats zijn' = diarree hebben; WBD III.1.4:405 'ratsen' = iemand op de zenuwen werken; WNT: Rats I; vgl.: In de rats zitten. Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |
rats , rats
, totaal Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |