elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: proeven 

proeven , pruiven , [werkwoord] , proeven.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
proeven , epreufd , geproefd; zie: e 2.
Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift
proeven , prö̂ven , zwak werkwoord , proeven.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
proeven , proeven , zwak werkwoord , vgl. proef.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
proeven , preuvĕn , proeven.
Bron: Ebbinge Wubben, C.H. (1907), ‘Staphorster Woordenlijst’, in: Driemaandelijkse Bladen 6, 61-94
proeven  , preuve , proeven.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
proeven , pröuven , zwak werkwoord , proeven, ook: een borrel drinken. Wost-e es pröuven?: wil je een borrel?
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
proeven , prouve ,   ,   , terwijl de groote vleet uitstaat met een klein net de proef nemen of er haring zwemt.
Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen
proeven , pruiven , [werkwoord] , proeven.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
proeven , preuwn , zwak werkwoord , drank gebruiken
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
proeven , pruve , pimpelen, sterke drank nuttigen.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
proeven , pruive , pruifde, haet of is gepruif , proeven; zuipen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
proeven , pruu:ve , proeven.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
proeven , pruum , pruum, epruufd , proeven.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
proeven , pruven , preuven, preuiven, pruiven , zwak werkwoord, overgankelijk , (Zuid-Drenthe, Midden-Drenthe). Ook preuven (Zuidwest-Drenthe, zuid, Midden-Drenthe), preuiven (Midden-Drenthe, Kop van Drenthe), pruiven (Kop van Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drents veengebied) = proeven Hej oeze worst al pruufd? (Pdh), Der zit gien suker in, dat kuj pruven (Dwi), Hai het hum goud pruifd heeft veel gedronken (Eco)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
proeven , pruuven , proeven; borreltjes drinken.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
proeven , prûven , proeven
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
proeven , pruuvm , proeven.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
proeven , pruuve , proeven , In dé kefeejke dôr zat aalté 'n aauw ménneke, die'ter zó lékker van zat te pruuve. In dat cafeetje daar zat altijd een oud mannetje, die er zo lekker van zat te proeven.
Voltooid deelwoord gepruufd. És ge dé inne kiir gepruufd hét, dan drink'te nójt iet anders mér zó lékker is't. Als je dat een keer geproefd hebt, dan drink je nooit iets anders meer zo lekker is het.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
proeven , pruven , pruuiven, preuven , werkwoord , door in de mond te nemen en evt. verder op te eten of te drinken de smaak ervaren
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
proeven , proeve , werkwoord , proef, proof, geproove , proeven Ik heb ter van geproove: ’t was zôô zout as brijn Ik heb ervan geproefd; het was zo zout als brem
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
proeven , preuve , werkwoord , preufde, gepreuf , proeven , VB: Ich preuf drek es get aongebraand ês. Zw: Dè preuf ze oüch gên: hij is een liefhebber van een borrel
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
proeven , pruuve , proeven
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
proeven , pruuve , p proeven.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
proeven , pruven , werkwoord , pruven, epruufd , proeven.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
proeven , pruuve , proeven , ge zeg wel d’agget nie lust, mar ge mot jist mar is pruuve = je zegt wel dat je het niet lust, maar je moet eerst maar eens proeven-
Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’
proeven , pruujve , proeven, veel (alcohol) drinken , Pruujf mèr is. Proef maar eens., Grádje pruujft ’m goewd. Gradje drinkt heel veel.
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
proeven , preuven , pruven , 1. proeven; 2. nippen, bedachtzaam drinken; met de tonge pruven, likken.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
proeven , pruuve , werkwoord , pimpelen (Den Bosch en Meierij; Eindhoven en Kempenland; Land van Cuijk)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
proeven , preuve , preuftje, preufdje, gepreufdj , proeven , Dae preuftj ’m gaer: hij drinkt graag een glaasje.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
proeven , preuve , werkwoord , preuftj, preufdje, gepreufdj , 1. proeven 2. een borreltje drinken
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
proeven , preuve , werkwoord , proeven
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
proeven , pruuve , zwak werkwoord , proeven, in het bijzonder genieten van sterkedrank; B pruuve - pruufde - gepruufd; steeds korte uu; Hedde honig meugen pruuven,/ lek oew vingers, lekkerbek! (H.A. Sterneberg s.j., Een Busselke Braobaansch, uit: ‘De blonde biekes’,  1932); Mee wie hedde naa weer zitte pruuve!? (Jan Jaansen; ps. v. Piet Heerkens svd; ’De nuuwe dokter’; feuilleton in 4 afl. in NTC 27-1-1940 – 17-2-1940); ik pruuf geluk in 't daogelijkse brood... (Piet Heerkens; uit: De Kinkenduut, ‘Geluk’, 1941); Cees Robben – of pruuft dan eens van ’t haoske (19550205); Cees Robben – Ze pruuven d’n peestamp (19570921); Cees Robben – Ge ruuket... ge pruuvet... (19570309); En toen moes ik venalles pruuve, zuut zout zuur èn bitter... (Nel Timmermans; Taofele; CuBra; 200?); WBD III. 1.1:257 'proeven'; ook 'keuren'; J.H. Hoeufft, Proeve van Bredaasch Taal-eigen (1836) - PRUEVEN, voor 'proeven'. Het is geheel Brabandsch. A.P. de Bont – zw.ww.tr.en intr. 'pruven' - proeven, borreltjes drinken; aan de sterke drank zijn. Cornelissen & Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch dialect; 1899 - PRUVEN - proeven, fr.goûter. Ik heb 't gepruufd. Bosch pruuve - een borreltje drinken; aan de drank zijn; proevén
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
proeven , präöve , prufde – gepruf , proeven
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal