elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: presumptie 

presumptie  , presômpsie , verdacht.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
presumptie , perzónse , vrouwelijk , (Frans) présomption, presumptie. Haste dan gein perzónse dervan: had je er dan geen vermoeden van?
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
presumptie , perzoonsie , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , - , - , verdenking , perzoonsie (vero.)
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
presumptie , prezumpsie , zelfstandig naamwoord , achterdocht (Helmond en Peelland)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
presumptie , presómsie , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , presómsies , argwaan, verdenking
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
presumptie , presonsie , zelfstandig naamwoord , Cees Robben gebruikt het woord in de betekenis ‘vermoeden’, maar de etymologie is niet duidelijk; Cees Robben – En naa heb ik zô’n presonsie... (19570427)
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal