elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: pratmoes 

pratmoes  , pratmoos , panvisch.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
pratmoes , pratmoos , zelfstandig naamwoord, onzijdig , stamppot met stokvis
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal