elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: overzetten 

overzetten , overzetten , rechtop zetten van iets dat schuin staat, weer overbrengen in loodrechten stand, bv. van eene schutting, een voer hooi, enz.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
overzetten , over zetten , komen = naar hier komen, opzetten komen; de muzekanten komen oet stad over zetten.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
overzetten  , euverzitte , overzetten bij een veer, vertalen.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
overzetten , overzetten , klem vóór , [werkwoord] , 1 overzetten. Wie luiten ons bie ‘t Hemeltje overzetten = over Schaarmer IJ zetten.; 2 vertalen. ‘t Nije Testemìnt is oet ‘t Grieks overzet.; 3 te vuur zetten. Zet eerappels mor over.; 4 overkomen (onoverg.) = Ze kwammen op scheuvels overzetten.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
overzetten , óverzette , werkwoord , Ook: opzetten, water opzetten bv. voor thee of koffie (verouderd).
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
overzetten , euverzëtte , zat euver, haet of is euvergezat , over- of opnieuw zetten.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
overzetten , euverzëtte , klemtoon op –zëtte , euverzat, haet of is euverzat , vertalen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
overzetten , overzetten , zwak werkwoord, overgankelijk , 1. overzetten Zie hebt hum mit dat bootien overzet (Bco), Deur een ente aover te zetten kuj wel 2 soorten appels op ienen stamme laoten wassen (Koe), Ik zet de ketel even aover op het eerste gat verplaats die ketel (Ruw) 2. boven het vuur hangen (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, noord) Zet het eten even over, Rieks komp zo in hoes (Sle), Even de ketel overzetten (Dwi) 3. vertalen Hie hef dat overzet in het Drents (Erm)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
overzetten , overzetten , werkwoord , 1. met een boot e.d. naar de andere kant brengen 2. op het vuur zetten 3. vertalen 4. de bijenkorf met een minder sterk volk op de plaats zetten van een sterk volk 5. het zetwerk opnieuw maken 6. in een andere stand zetten, bijv. de palle overzetten nl. van het geweer
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
overzetten , [overzetten] , uueverzètte , overzetten , Mèt ’t vieër uueverzètte.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal