Woord: overschieten
overschieten , euverscheete
, overschieten. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
overschieten , overschaiten , [werkwoord]
, overschieten. Wat schut ter over? Schertsend: Bist baang, dast ter over schutste? vraag van Moeder, als de dochter al heel vroeg naar een man uitziet. || overblieven Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
overschieten , óverskiete , werkwoord
, Ook: erbij inschieten, niet doorgaan. | Hai zou vedaag komme te ploegen, maar ik ben bang, dat ’t óverskiet. ’t Is er deur al die drukte bai overskôten. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
overschieten , euversjeite
, sjoot euver, is euvergesjaote , overschieten; opnieuw schieten. Hae is waal neit teväöl, meh hae sjut toch euver: wordt gezegd van een onwelkom bezoeker. Dat sjut euver: dat blijft over. Hae haet euver mótte sjeite: hij heeft opnieuw moeten schieten. Hae sjoot dr Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
overschieten , overschieten , sterk werkwoord, onovergankelijk
, overschieten Der schöt niks van aover van ’t jaor (Hol), Een allienloper is iene, die der overschöt (Noo) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
overschieten , [overblijven] , ooverschiejte
, overblijven, overschieten , Ge zâlt ’r nog hèndig ooverschiejte. Je kunt nog wel eens alleen overblijven. Je blijft wellicht vrijgezel., ’r Schoot vur mén niks oover. Er bleef voor mij niets over. Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |
overschieten , uëversjete , werkwoord
, sjuutj uëver, sjoeët uëver, uëvergesjoeëte , overschieten, alleen blijven, geen partner vinden; die vrouw/dae mins is uëvergesjoeëte – die vrouw/man is ongetrouwd gebleven, is niet aan de man/vrouw gekomen Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
overschieten , ooverschiete , sterk werkwoord
, in de uitdrukking: Cees Robben – Z’n ôôge overschieten... [even de ogen dichtdoen, een dutje doen] (19800314) Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |