Woord: overgave
overgave , euvergaeve
, braken, ook overgeven. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
overgave , overgave , 0
, overgave De overgave van de Duutsers was hier begun april 1945 (Pdh), Hie zung vol overgaove (Bal) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
overgave , overgaove , zelfstandig naamwoord
, de 1. het overgeven aan de vijand 2. enthousiaste inzet, toewijding 3. berusting 4. het aan de ander geven Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |