elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: onverwachts 

onverwachts  , ônverwachs , plotseling.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
onverwachts , oonverwaachs , bijvoeglijk naamwoord , onverwacht , VB: 't Begôs oonverwaachs hil hél te rëngele.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
onverwachts , onverwachs , bijwoord , onverwachts. Zie ook: onverziens.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
onverwachts , ónverwachs , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord , onverwacht
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal