Woord: muilen
muilen , moele
, veel praten. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
muilen , moelen , [werkwoord]
, smaken. Gruin-aarten dat moelt hom nait. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
muilen , moele
, een grote mond opzetten, tekeer gaan, bekvechten. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
muilen , moele
, moelde, haet of is gemoelt , kletsen. “Wie er moelt, zoo wirk er ouch” wordt gezegd van een kletsmeier. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
muilen , moelen
, wordt gezegd van koeien die met opgetrokken lippen voorovergebogen tegen het grondholt drukken als een teken dat er slecht weer op komst is. Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
muilen , moelen , zwak werkwoord, onovergankelijk
, (Zuidoost-Drents veengebied) = pruilen Hij lop ok weer te moelen (Bco) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
muilen , moûjle , werkwoord
, moûjlde, gemoûjld, moûjlenterre , kletsen , VB: Dè kênt good moûjle, dè môt ién de gemejnteraod.; praten (die heeft goed praten) dè hèt good moûjle Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
muilen , moelle
, bekvechten Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
muilen , mulen
, (aanstellerig) huilen. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
muilen , moele , werkwoord
, bekvechten (Land van Cuijk) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
muilen , [praten] , moele
, moeltj, moeldje, gemoeldj , praten, babbelen , Dae moeltj dich gater inne zök: hij blijft maar praten. Noe höbbe ze weer hieël get te moele. Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
muilen , moele , werkwoord
, moeltj, moeldje, gemoeldj , (veel) praten zie ook bagere, bazele, kalle, klasjenere, prazele, spraeke, toutele, wazele, zeivere, zemele, zwaegele Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
muilen , moêle , werkwoord
, mond roeren, de, praten, druk Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |