elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: mening 

mening , mijnên , meening, (zie: ing.)
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
mening  , meining , meening.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
mening , mainen , [zelfstandig naamwoord] , mening.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
mening , meanege , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , mening. Met zonne meanege, met zo’n overtuiging
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
mening , miening , in de combinatie ’t is miening, het is menens (verouderd).
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
mening , meining , vrouwelijk , mening, gedachte, of het oudere: gedanke
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
mening , miening , 0 , mienings , Varianten als bij mienen II = mening, opvatting Die holdt er een aandere miening op nao (Wijs), Hij was van mening dat het anders was (Mep), Zeg doe dien meining nou ok is (Row), Ik blief bij mien miening (Val), Hij stikt zien miening niet onder stoelen of baanken (Wsv)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
mening , menige , (Kampereiland, Kamperveen) mening
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
mening , miening , mieninge, mienige , zelfstandig naamwoord , de; mening: opvatting, oordeel
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
mening , mêêning , zelfstandig naamwoord , mêêninge , mêêniñkie , mening
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
mening , mejning , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , mejninge , - , mening , VB: Ekerèin hèt dao z'n èige mejning uüver.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
mening , meining , vrouwelijk , mening , Eder zien eige meining!
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal