elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: meerkat 

meerkat  , maerkat , klein vischje.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
meerkat , mérkat , mannelijk , modderkruiper (vis.) Niet bedoeld de makako!
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
meerkat , meerkat , zelfstandig naamwoord , modderkruiper, werd wel eens voor haring verkocht. * Anoniem Etten, West Noord-Brabants Idioticon A – Z, ± 1929.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
meerkat , meerkat , zelfstandig naamwoord , WBD III.4.2:l01 'meerkat' - modderkruiper (Misgurnus fossilis), ook 'weeraal' genoemd
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal