elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: mantille

mantille , mantielje , soort van zijden of lakenschen vrouwenmantel, Zeelandsch = manteltje. (v. Dale: mantille (vreemd woord) = vrouwenmanteltje). – In bovenstaanden vorm zou het wellicht in het Groot Woordenboek eene plaats verdienen.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
mantille , mentielke , mantille.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal