elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: luiwammes 

luiwammes  , luiwames , luierik, luiaard.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
luiwammes , lòiwams , [zelfstandig naamwoord] , luiaard. || laauwgat; Lammert
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
luiwammes , luiwammes , 0 , luiwammesen , luiaard, luiwammes Het is een luiwammes, hij zet niks van de stee (Dwi)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
luiwammes , lui-jwammes , zelfstandig naamwoord, onzijdig , lui-jwammese , luilak
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal