elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: krulhaar 

krulhaar , krōlhoar , (klemtoon op: hoar) = krōllêrg hoar = gekruld haar, Deensch krolhaar, v. Dale: krulhaar = hoofdhaar, dat krult.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
krulhaar  , krolhaar , krulhaar. Krolhaor, krolzin, krulhaar, krulzin.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
krulhaar , krolhaor , onzijdig , krolhaore , krulhaar. Krómp van haor en krómp va zin, jóng, dao zit der duuvel in: gekrulde haren, gekrulde zinnen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
krulhaar , królhaor , gekruld haar.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
krulhaar , krulhaor , 0 , krulhaar Wat hef dat wicht mooi krulhaor (Sle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
krulhaar , krolhoor , krulhoor , krulhaar.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
krulhaar , krulhoor , krôlhoor , krulhaar
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
krulhaar , krulhôr , krulhaar , Ás vèèrkes krulhôr kreijge, moete óppâse. Als varkens krulhaar krijgen, moet je oppassen. Als men sterk van mening verandert, moet je goed opletten.
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
krulhaar , krolhaor , onzijdig , krulhaar
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal