elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: koraal 

koraal , krallen , krellekes , Koralen; ook: vruchten van de aardappelplant.
Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff
koraal , krallen , krellekes , Koralen; ook: vruchten van de aardappelplant.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
koraal  , kral , krelke , koraal, Ein snoor kralle, een snoer koralen.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
koraal  , kraol , misdienaar.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
koraal , kraol , mannelijk , kraole , kräölke , koorknaap, misdienaar.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
koraal , kralle , Gunninks woordenlijst van 1908: koraal. Gunninks woordenlijst van 1908: Zo rood as een kralle ‘zo rood als bloed’
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
koraal , kraol , zelfstandig naamwoord , kraole , krëulke , sopraan , (kinderstem) kraol (vero.)
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal