Woord: kopgeld
kopgeld , kopgeld
, De som die bepaald wordt door de aannemers om gelijkelijk onder elkander te verdelen. Elk hunner kan dan vooraf zijne inschrijving met die som verhogen; in allen gevalle moet hij, die aannemer wordt, ze aan zijne mededingers uitkeeren. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
kopgeld , kopgeld
, körf , hoofdelijken omslag (oude belasting). Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |