elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: konkelfoezen

konkelfoezen , konklefoezen , intransitief werkwoord , draaien, huichelen, onder het hoedje spelen, niet opregt zijn. Hij konklefoest er onder.
Bron: Bouman, J. (1871), De Volkstaal in Noordholland, Purmerend.
konkelfoezen , kônkelefoezie , iets bekonkelen.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
konkelfoezen , koonklfoezn , zwak werkwoord , heimelijk bepraten
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
konkelfoezen , konkelefoeze , kompelefoeze , werkwoord , Smoezen, smoesjes verkopen, huichelen.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
konkelfoezen , kónkelefloeze , kónkelefloesde, haet gekónkelefloes , bedotten, bedriegen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
konkelfoezen , konkelefoezen , konkelefoezen, konkelefoesd , iets stiekem regelen.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
konkelfoezen , konkelfoezen , konkelefoezen , zwak werkwoord, onovergankelijk , Ook konkelefoezen = 1. konkelfoezen Die beide wichter hebt aaid wat te konkelfoezen (Oos) 2. onduidelijk praten Proot ie nou Fraans of Chinees, man, proot ies wat dudelijker en konkelefoest niet zo (Ruw)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
konkelfoezen , konkelefôêzen , samenzweren, in het geheim overleggen. Ook: konkelen
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
konkelfoezen , konkelfoezen , konkelefoezen , werkwoord , heimelijk pratend samenzweren
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
konkelfoezen , konkelefoezen , werkwoord , konkelefoezen, ekonkelefoesd , bekonkelen, bekokstoven, smoezen.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
konkelfoezen , konkelefoezen , smoezen, bekokstoven.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal