elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: koetskar 

koetskar , [kar voor personenvervoer] , kûtskaore , vrouwelijk , kar om mee naar de kerk te rijden.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
koetskar  , koetsker , een oud rijtuig, zonder veeren.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal