elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: klonteren 

klonteren , klonteren , [werkwoord] , kluiterig worden, ineenloopen van vloeibare stoffen, b.v. van melk, die men kookt.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
klonteren , klōntêrn , (Stad-Groningsch) = door dik en dun loopen.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
klonteren  , kluntere , klonteren.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
klonteren , klontern , [werkwoord] , 1 rommelig werken. Zai het de boudel nooit knap en schier, ze klontert moar wat; 2 onhandig lopen. Op ‘t pad klonterden klompen = klosten klompen; 3 dik worden (van de melk).
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
klonteren , klostere , werkwoord , Aanklonteren van sneeuw of modder onder schoeisel.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
klonteren , klunjtere , klunjterde, haet of is geklunjtert , klonteren.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
klonteren , klontern , klonten , zwak werkwoord, onovergankelijk , (Zuid-Drenthe). Ook klonten (Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe) = klonteren Het pannekoekenbeslag klont (Pes), De brei klont(ert) vormt kluiten (Sle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
klonteren , kleuntere , werkwoord , kleunterde, gekleunterd , klonteren , VB: Neet zoe vëul mèl gebruke, aanders gèit dich de saws kleuntere.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
klonteren , klóntjere , kluntjere , klóntjertj, klónterdje, geklónterdj, klu , klonteren
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
klonteren , klóntere , klunterde – geklunterd , klonteren
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal