Woord: hier
hier , hèr , heer
, voor: hier, in den zin van: verschenen, omgekomen, gekomen: de tied was er nog al gauw hèr = de tijd was er nogal spoedig, was nogal gauw om; Gron. ’t is ’t’r al heer (en Oostfr.) ’t is d’r all’ her = hier, eigenl. = van waar het van daan moest komen; ’t mout ’r heer = ’t moet voor den dag, wij moeten het hier zien; Oostfr. hê kumd d’r her = hij komt hier naar toe; fan olds her = van oudsher = eeuwen her. Vergel. heerkomen. Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift |
hier , haren
, (Laurm.) = hier. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
hier , hier
, Zegswijs: hier gezegd en hier gebleven, eigenlijk: ’t wordt hier gezegd en ’t moet hier ook blijven, en zooveel als: ik vertel het aan u maar: mondje dicht! Vgl. ge 1. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
hier , hej
, hier. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
hier , hier , [bijwoord]
, Toon, kom hier heer! = hier naar toe. Zo hier hìn, hier langs enz. Joen zeun hier het ter bie west = je zoon, die hier bij mij staat. Ook: Hier, joen zeun, enz. Ik bin hier hail. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
hier , hier , woar , [bijwoord]
, ergens. Men moet tòch hier òf woar over proaten. Hai zel ‘t wel hier òf woar om doan hebben. , (Westerkwartier) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
hier , heer , hie, hieë, hier
, hier, hierheen.; hie, hieë, hier Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
hier , hèrs , bijwoord
, hier. Kòm es hèrs! Kom eens hier. Zie ook: geens. Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek |
hier , hier , bijwoord
, hier Kom hier gauw ies hen! (Die), Hier is het gezellig (Vtm), Ik gaf hum een schup van hier en daorgunder (Sle), Die meinsen bint van hier te laande zijn hier geboren, autochtoon (Hgv), Dat is een woord wat hier te laande ezegd wordt (Ruw), zie ook hierlaander Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
hier , ier
, hier Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
hier , hié , bijwoord
, hier , hié VB: Van hié pês dao: van hier tot daar. Zw: hié gewès: pas overleden.; van hié tot allerhêllige ver (heel ver) van hié tot allerhêllige; van hié wês dao, van hié pês dao, van hié pis dao tot (van hier tot daar); van hié wês dao; van hié pês dao; van hié pis dao Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
hier , hiejer
, hier Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
hier , ier , bijwoord
, hier. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
hier , èèr
, richting geven aan de loop van een paard door met een strakke trek aan de leidsels het paard naar links te laten gaan, daarbij zeggend èèr', ’van hot Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’ |
hier , hie
, hier , Det kós hie neet en dao neet, zagte ze. Kies hie: kijk eens hier! Óngenuuedj is ouch hie! Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
hier , hiê , hie, hië, hiej, hieje
, hier (Zuid-Duits: hie) Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
hier , hiër
, deze kant uit ook hiehaêr, hiejer, hiejerop, hiejeroppes, hiejopaan, hiërop, hiëroppes Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
hier , heej , bijwoord
, (Weerts (stadweerts), Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern)) hier Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
hier , hî-j , bijwoord
, (Nederweerts, Ospels) hier Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
hier , hèrs , bijwoord
, "ook wel: hèrres; hierheen; Bs herwaarts; Kóm es hèrs! - Kom eens hier(heen); N. Daamen (handschrift 1916) – ""hers of herris - Kom is hers (Kom eens naar hier)""; Kees & Bart (krantenrubriek ca. 1930): 'viezevershers' - vice versa; Cees Robben – Allee, kom is hers..! (19551015) ; Cees Robben – Alleej kom mar hers (19640522); Cees Robben – En [we] zen toen op staonde voet hers gekomen... (19730413); - geleden; Cees Robben – Virtien daog-hers (19831111); Van Beek - Hij ging herris en geens in 2 uur. - Heen en terug. (Nwe. Tilb. Courant; Dialect en spreekwijzen; 6 december 1958); De Wijs – Wè rittereerde gij toch ammaol hers en geens (onrustig heen en weer lopen) (20-03-1968); Ge moest vant kasje nòr de muur/ et was van hèrs nòr geens... (Lechim; ps. v. Michel van de Ven; ongedateerd knipsel 1960-1980; uit: Dakloôs); Jan Naaijkens, Dès Biks (1992): hèrs bijwoord - hier; K. Heeroma - Brabants uit de 18e eeuw (woordenlijsten Verster,1968) - HERS, HERRIS - herwaards, hier heen. C. Verhoeven: HERS (hèrs), bijwoord- deze kant in, hierheen; hij komt hers; ook 'hers op ir’, in deze richting; minder archaïsch in de uitdrukking 'hèrs en giens'. De Bont: härs, resp.(zeldzaam)bijwoord 'hers' resp. 'herres' -herwaarts, hierheen. Cornelissen & Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch (1899): HERRES uitgespr. - herwaarts" Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |
hier , heej
, hier Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |