elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: gehaaid 

gehaaid  , gehaaid , bij de hand.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
gehaaid , gehâaid ,   ,   , (karweitje), moeilijk werk. ’n Gehâaide vent, een handige kerel; tegenwoordig meer: gehaeid.
Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen
gehaaid , gehaaid , gehaaide , slim ’t Is ’n gehaaid(e) ding! Het is een slimme meid; Kiek ’r vör uut, want dè’s ’ne gehaaide! Kijk voor hem uit, want dat is een geslepen man.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
gehaaid , gehaaid , berekenend, slim
Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman
gehaaid , gehèit , gehaait , gehèider, gehèitste/gehaaider, gehaaitste , gehard; gehaaid, zie ook: gehaait. Dat is ’ne geheide: dat is een ferme sterke vent.; gehaait sluw, zie ook: gehèit.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
gehaaid , gehaaid , bijvoeglijk naamwoord , gehaaid Het is een gehaaide bliksem (Wtv), Die, die was nog net even gehaaider (Hijk)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
gehaaid , gehei-jd , gehaaid
Bron: Peels-Mollen, J. met werkgroep Weerderheem in Valkenswaard (Ed.) (2007), M’n Moederstaol. Zôô gezeed, zôô geschreeve. Almere/Enschede: Van de Berg.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal