elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: flets 

flets , flets , [bijvoeglijk naamwoord] , verlept.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
flets , flets , (fles) , bijvoeglijk naamwoord , Zie de wdbb. ‒ Ook flauw, van een zieke die geen etenslust heeft. || Ik voel me zo fles.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
flets  , flaats , lichte slag, ook uitroep.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
flets , flets , [bijvoeglijk naamwoord] , [flets]
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
flets , flàts , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord , flets
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
flets , flets , bijvoeglijk naamwoord , 1. met ongezonde, bleke gelaatskleur 2. dof, niet helder 3. verlept
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
flets , fleñs , bijvoeglijk naamwoord , bleek, ziekelijk Ze lôôp wel buite maor ze zietter nog fleñs uit
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
flets , e gezich hebbe wie e fletske kies , bleek , (er bleek uitzien) e gezich hebbe wie e fletske kies
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
flets , flèps , bijvoeglijk naamwoord , flauw, bleek (Eindhoven en Kempenland; Helmond en Peelland; Tilburg en Midden-Brabant)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal